Economische Derby der Lage Landen: België-Nederland 0-5

Op 16 oktober spelen de Belgische Rode Duivels een vriendschappelijke voetbalinterland tegen het Oranje-team van Nederland. België en Nederland voetbalden tot op heden 126 keer tegen elkaar. Nederland won 55 keer, België slechts 41 keer. De laatste winst van Nederland dateert wel al van 1997 en de jongste matchen kon België almaar meer overtuigen. Daarom onze voetbalprognose: 5-0 voor België. Aan de hand van de - overigens uit Nederland afkomstige - ‘magische vijfhoek’ zouden we de economische Derby der Lage Landen evenwel kunnen beslechten met een 0-5 forfait score in het voordeel van Nederland. Al vergt die cijfermatige uitslag nuancering.

Magische vijfhoek

Op het speelveld van de economie wordt bij de vergelijking tussen landen vaak uitgegaan van de ‘magische vijfhoek’. Het concept werd in de jaren 50 van vorige eeuw in Nederland uitgedacht. Het laat toe het succes inzake vijf belangrijke doelstellingen van de economische politiek te meten: (1) een zo hoog mogelijke economische groei, (2) volledige werkgelegenheid, (3) een rechtvaardige inkomensverdeling en geringe armoede, (4) prijsstabiliteit en (5) een evenwichtige betalingsbalans. Prestaties op die vlakken kunnen we meten aan de hand van respectievelijk de reële bbp-groei, de werkzaamheidsgraad (het aantal werkenden bij de 20- tot 64-jarigen), het armoederisico (we gebruiken de Europese indicator: people at risk of poverty or social exclusion, in procent van de bevolking), de inflatie (de jaarwijziging van de consumptieprijsindex) en het saldo op de lopende rekening van de betalingsbalans (in procent van het bbp).

Figuur 1 illustreert de relatieve prestatie in 2008-2017 van België en Nederland voor elk van deze doelstellingen in de vorm van de vijfhoek. Die periode overkoepelt een volledige conjunctuurcyclus, vertrekkende van de financiële crisis en de Grote Recessie, over de Europese schuldencrisis tot de recente jaren van economisch herstel en hoogconjunctuur. De uitersten op de assen (en de daarbij vermelde cijfers) geven het gemiddelde van enerzijds de drie slechtst en anderzijds de drie best scorende EU-landen. De figuur toont zo de relatieve sterktes of zwaktes van België en Nederland tegenover die uitersten.

Figuur 1 - De magische vijfhoek van België en Nederland in een EU-perspectief (periodegemiddelden 2008-2017) (*)

Bron: KBC Economic Research gebaseerd op EC (AMECO) en Eurostat

(*) Naarmate de observatie verder van het middelpunt verwijderd is, werd er voor de betrokken maatstaf beter gescoord, en vice versa.

 

Oranje boven

Over de beschouwde periode presteerde Nederland op vier van de vijf doelstellingen onmiskenbaar beter dan België. Voor drie ervan (werkzaamheidsgraad, armoederisico en saldo op de lopende rekening) behoort Nederland zelfs tot de beste leerlingen in de Europese klas. Inzake bbp-groei spelen Nederland en België op het eerste gezicht een gelijk spel, met overigens maar een gemiddelde score in EU-perspectief. Dat beeld vergt echter een nuancering. De Belgische economie doorstond de crisisjaren relatief goed, maar de Nederlandse economie kreeg toen rake klappen, mede als gevolg van een crisis op de woningmarkt. Daarop volgde in Nederland een veel sterker herstel. In 2014-2017 scoorde Nederland met een gemiddelde reële bbp-groei van 2,3% per jaar ook inzake groei significant beter dan België (1,5% per jaar). In 2017 piekte de Nederlandse groei zelfs op 3,2%, of bijna het dubbele van de Belgische (1,7%). Ook de groeivooruitzichten (o.a. EC, IMF en OESO) blijven consequent beter voor Nederland.

Het verschillend groeiverloop tussen beide landen kan onder meer worden verklaard door de relatief grotere hervormings- en saneringsijver van de Nederlanders in het verleden. Dankzij de sterkere concurrentiekracht trok Nederland in de voorbije jaren meer profijt uit de internationale hoogconjunctuur, terwijl de eerdere sanering van de overheidsfinanciën ruimte had gecreëerd voor een expansief begrotingsbeleid, waarvan sinds enkele jaren en tot op vandaag gretig gebruik wordt gemaakt.
De ‘0-5 winst’ voor Nederland zou inderdaad nog groter zijn als we in onze vingeroefening ook de overheidsfinanciën zouden opnemen. De ‘magische vijfhoek’ neemt die doorgaans niet als dusdanig in rekening, maar beschouwt evenwichtige overheidsfinanciën als een belangrijke randvoorwaarde voor het beleid. Die was voor Nederland veel beter dan voor België. Vóór de crisis was de overheidsschuld er veel lager en erna werd de begroting er veel sneller gesaneerd. Ondanks het stimulerend begrotingsbeleid had Nederland daardoor in 2017 nog een begrotingsoverschot van 1,1% van het bbp, terwijl België nog altijd kampte met een tekort van -0,7% van het bbp. Inzake schuldratio is het verschil nog extremer. De Nederlandse overheidsschuld zakte in 2017 onder 60% van het bbp. België is daarentegen met een schuld van 103% van het bbp in 2017 nog altijd een van de slechtste leerlingen in de Europese klas.

Niet alles goud wat blinkt

Anderzijds vertelt de simpele cijfermatige vergelijking in de vijfhoek niet het volledige verhaal. Zo weerspiegelt het zeer grote overschot op de lopende rekening in Nederland ook een laag investeringspeil. Dat hypothekeert de welvaartscreatie op lange termijn en nuanceert het punt dat Nederland op die as scoort. In het perspectief van de Europese muntunie is het grote overschot overigens een onevenwichtigheid, waarvoor Nederland strafpunten oploopt. De uitstekende score inzake werkzaamheid haalt Nederland door het bestaan van meer deeltijdarbeid. In 2017 waren 47% van de werkende Nederlanders deeltijders. Dat is het hoogste cijfer in de EU en het dubbele van België. Er zijn dan wel minder Belgen aan het werk, maar zij presteren gemiddeld meer uren. Ook de topscore inzake armoederisico vergt nuancering. Het Nederlandse armoedecijfer behoort weliswaar nog tot de laagste in de EU, maar het nam in het voorbije decennium wel sterk toe. Ook tijdens de recente periode van forse economische groei. In België ging de relatief lagere groei in de voorbije vijf jaar daarentegen wel gepaard met een daling van het armoederisico. Niet alle Nederlanders profiteren dus mee van het economische succes. Risicogroepen zitten er alsmaar vaker in armoede gevangen. De Nederlandse economie is m.a.w. minder ‘inclusief’ dan de ruwe cijfers doen vermoeden.

De ‘magische vijfhoek’ bevat enkel doelstellingen voor de reële economie. Hij stamt dan ook uit de tijd dat de financiële sector veel minder ontwikkeld was. Vandaag is dat helemaal anders en verdient ook financiële stabiliteit een plaats in een oefening als deze. Op dat vlak is de Nederlandse economie een heel stuk kwetsbaarder gebleken dan de Belgische. Zoals hierboven al vermeld, lagen het uiteenspatten van een vastgoedbubbel en een zeer hoge gezinsschuld mee aan de basis van de sterkere economische krimp tijdens de crisisjaren.

De economische Derby der Lage Landen beslechten met een 0-5 score in het voordeel van Nederland is dus wellicht overroepen (net zoals onze omgekeerde voetbalprognose ‘5-0 voor België’ dat wellicht ook is, ;) ). België kan bij de noorderburen niet alleen inspiratie vinden voor betere economische prestaties, maar ook voor te vermijden ontwikkelingen. Dat Nederland er per saldo economisch beter voor staat dan België, blijft als vaststelling niettemin overeind.

Gerelateerde publicaties:

Afkoeling Belgische woningmarkt zal milderen, maar vooruitzicht blijft matig

Afkoeling Belgische woningmarkt zal milderen, maar vooruitzicht blijft matig

Brussel is middenmoter in vergelijking Europese steden

Brussel is middenmoter in vergelijking Europese steden

Sociaal-demografische trends veranderen Belgische woningmarkt

Sociaal-demografische trends veranderen Belgische woningmarkt

Tegenwind steekt op voor de Belgische woningmarkt

Tegenwind steekt op voor de Belgische woningmarkt