Riksbank nadert het eindspel

In dit Scandinavisch-geïnspireerd Marktrapport duiken we in de beleidsbeslissing van de Zweedse en Noorse centrale bank. Stockholm was vanmorgen als eerste aan de buurt. De Riksbank verlaagde de rente met 25 basispunten tot 2.5%. In het begeleidend schrijven werkt de centrale bank toe naar het eindspel in de normalisatiecyclus.
Door de vierde opeenvolgende (van de vijf in totaal) vermindering is de beleidsrente nu 1.5 procentpunt lager dan de piek van 4%. Dat was nodig om de zwakke economie te steunen. De Riksbank was daarbij niet gehinderd door het inflatieverloop. De CPIF-maatstaf (CPI met een vaste hypothecaire rente) bevindt zich sinds juni beneden de 2%-doelstelling. Volgens de centrale bank werpt dat stilaan vruchten af. Ze ziet de eerste signalen van een herstel. Op de vergadering van 7 november waren die er nog amper tot niet. De centrale bank schakelde toen zelfs een versnelling hoger (-50 bpn). Waar ze toen zonder verpinken meer renteverlagingen in de steigers zette, komt dat vandaag met meer nuance. Het effect van de eerdere verminderingen sijpelt met vertraging door in de economie. Daar heeft de Riksbank aandacht voor, zeker nu ze stilaan het evenwichtsniveau nadert. Een recent onderzoek van de Riksbank schat die neutrale rente tussen 1.5-3%. De rente kan tijdens de eerste jaarhelft van 2025 nog lager. Maar op basis van de nieuwe voorspellingen is dat mogelijk de laatste keer. Vanaf het tweede kwartaal van 2025 prijkt 2.25% in de rentetabellen helemaal tot aan het eind van 2027. Niet toevallig is dat exact het middelpunt van de onzekerheidsband rond de neutrale rente. Ons oog valt voorts op de nieuwe inflatieprognoses. Na stevige neerwaartse aanpassingen in juni en september gebeurde deze keer het omgekeerde. De markt pikte de boodschap van de Riksbank op. Ze schroeft de verwachtingen voor nog twee verminderingen volgend jaar terug. Swaprentes trekken bijna 10 basispunten hoger. Toch wint de Zweedse kroon maar matig terrein tegen de euro (EUR/SEK 11.50). De Fed-geïnspireerde risicoaversie weegt. Het toont het belang aan van de algemene context, naast monetair beleid, voor de SEK.
De Norges Bank deed wat ze al zo lang zegt: de beleidsrente op 4.5% handhaven ten minste tot het einde van dit jaar. In maart van volgend jaar kan ze dan voor een eerste keer lager. Omdat inflatie ondertussen al een heel eind afkoelde en zelfs iets meer dan verwacht (2.4% tot 3% in november; afhankelijk van de maatstaf) is het beleid van de Norges Bank behoorlijk restrictief. Dat blijft ook nodig, zegt voorzitster Wolden Bache, maar misschien niet meer op dergelijk hoog niveau. De Norges Bank werd optimistischer over de economische groei in 2025, onder meer dankzij het fiscaal beleid en de Noorse gezinsconsumptie. De afweging van iets lager verwachte inflatie maar betere groei resulteerde in een quasi-onveranderd rentetraject: gemiddeld 4.1%-3.4%-3% in 2025-2026-2027. De Norges Bank behoudt de gebruikelijke disclaimer rond de Noorse kroon. De zwakke munt was mede-hoofdrolspeler in het lange rentestatus quo. Bij een verdere depreciatie zet de NOK het renteplan op de helling. De kroon verteert de beslissing goed, al was het maar omdat de centrale bank de munt er al erg lang op voorbereidde. EUR/NOK vat post net beneden 11.80.
EUR/SEK: Kroon wint maar matig ondanks naderend eindspel van de Riksbank
