Zwakke groei een wake-up call voor de RBA? over de streep?
Vanmorgen maakte het Australisch Statistisch Bureau groeicijfers voor het derde kwartaal bekend. Die waren weinig inspirerend. Het plaatst de Reserve Bank of Australia (RBA) in een moeilijke positie. Die houdt de rente langer hoog dan de meeste van haar collega’s. Ze hoopt via een vraagafkoeling de koppig hoge (onderliggende) inflatie terug te dringen. Het eerste is gelukt. De ‘desinflatiewinst’ laat wel nog wat op zich wachten. Stagflatie is een wat overdreven kwalificatie, maar te lage groei en te hoge inflatie blijven verre van comfortabel voor elke centrale bank.
De Australische economie groeide 0.3% kw/kw. De activiteit lag slechts 0.8% hoger vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, de traagste jaargroei sinds de pandemie. Hierdoor wordt de RBA-groeivoorspelling van begin november (1.5% j/j in kw 4) zo goed als onhaalbaar. Even belangrijk als de matige groei op zich was de samenstelling. Die kwam vooral op conto van overheidsbestedingen. Bestedingen door de gezinnen stagneerden na een contractie in kw2. Ook het BBP per capita daalde voor het 7de kwartaal op rij! De inkomensgroei bij de gezinnen wordt vooral gespaard. De RBA hoopte op een geleidelijk herstel van de vraag in de tweede jaarhelft en volgend jaar (2.3% groei verwacht in 2025). Duwt dit de RBA over de streep om zoals andere collega’s de aandacht te verleggen van inflatie naar groei? De druk neemt duidelijk toe, maar de combinatie van een blijvend sterke arbeidsmarkt en lage groei weegt op de productiviteit en bestendigt zo de onderliggende inflatiedruk. Ook het stimulerend fiscaal beleid is op zijn minst een ambigue factor. Begin november concludeerde de RBA dat het tot 2026 zal duren alvorens de inflatie blijvend terugkeert richting het midden van de 2-3% inflatiedoelzone. Tenzij de arbeidsmarkt onverwacht snel verzwakt, hoeft het zwakke groeicijfer daar niet al te veel aan veranderen. De volgende RBA-beleidsvergadering vindt volgende week dinsdag plaats. De RBA beschikt niet over nieuwe vooruitzichten, maar de markt zal met een vergrootglas op zoek gaan naar accentverschuivingen in de communicatie van voorzitster Bullock.
De markt trekt de verwachting voor een eerste renteverlaging vooruit (april 100% verdisconteerd ipv 70%). De Aussie dollar verliest ongeveer 1% tegen USD (AUD/USD 0.6420). EUR/AUD veerde op van 1.62 tot 1.635. Op korte termijn is het AUD-momentum mogelijk gekrenkt. De blijvend hoge inflatie en het relatief lage startpunt voor eventuele versoepeling maken het niet zo evident om snel veel bijkomende verlagingen in te prijzen. Naast het binnenlandse verhaal is de Aussie dollar traditioneel gevoelig aan het algemene risicosentiment en aan de (economische) ontwikkelingen in China. Hier is (anticipatie op) een handelsoorlog tussen China en de VS geen steun voor AUD/USD. USD-sterkte kan nog even domineren. Tegen de euro is het beeld op iets langere termijn mogelijk meer in evenwicht, misschien zelfs lichtjes in het voordeel van de Aussie. EUR/AUD 1.60 is een sterke bodem (weerstand AUD). De zone EUR/AUD 1.66/1.665 is een eerste weerstand, gevolgd door de zone 1.70. Gezien het meervoudig ‘eventrisico’ dat de euro boven het hoofd hangt (Trump-handelspolitiek, zwakke groei, geopolitieke spanning, onzekerheid in Frankrijk en Duitsland…) is een breuk hoger niet evident.