RBNZ spot ontluikende groei
De centrale bank van Nieuw-Zeeland (RBNZ) ging vanmorgen verder op het elan van begin vorige maand. Een nieuwe renteverlaging met 50 basispunten brengt de beleidsrente terug van 4.75% tot 4.25%.
De rente in stappen van 50 bpn verminderen is minder gebruikelijk dan de traditionele 25 bpn. De snelheid van de RBNZ is al even opmerkelijk. Na een overwogen maar niet weerhouden renteverhoging in mei volgde in juli de verbale ommezwaai. In augustus voegde de RBNZ de daad bij het woord met een eerste zet van 25 bpn om vanaf oktober op te schalen tot 50 bpn.
De centrale bank tankt vertrouwen uit de evolutie van het prijspeil. In het derde kwartaal landde inflatie op 2.2% j/j. Het was een stevige matiging van de 3.3% het kwartaal voordien en al zeker van de piek midden 2022 (7.3%). Het middelpunt van de 1-3% doelstelling is nu echt binnen handbereik. Onderliggende maatstaven zijn op de goede weg en de inflatieverwachtingen zijn goed verankerd. De centrale bank merkt hier en daar hardnekkige prijsdruk op (o.a. diensteninflatie +/- 5%) maar rekent op de huidige zwakke activiteit en afkoelende arbeidsmarkt voor die laatste loodjes. Het lopende kwartaal is mogelijks wel een kantelpunt in het economisch momentum. De RBNZ wil die prille ontluiking van de groei een handje helpen met een minder restrictief beleid. Gouverneur Orr zette op de persconferentie al een bijkomende knip met 50 bpn in februari in de steigers. Het vooropgestelde rentetraject in de nieuwe vooruitzichten verloopt steiler dan dat van augustus. Dit leidt vooral tot een lager gemiddeld niveau in 2025. Aan het eindpunt van de neergaande rentecyclus veranderde namelijk weinig: een beleidsneutrale 3% tegen eind 2026. Ondersteunend monetair beleid vinden ze in Wellington dus niet aan de orde.
De onderliggende toon van de beleidsverklaring contrasteert met de kommer en kwel van de vorige vergadering in oktober. Wie wil, leest er het eerste hoofdstuk van een reflatieverhaal in. De RBNZ-tanker blijkt een zeer wendbaar en daar was de markt wederom niet helemaal op voorbereid. Het tegendeel is waar: dappere enkelingen hadden ingezet op een renteverlaging met 75 bpn. Nieuw-Zeelandse swaprentes aan het korte eind van de curve trekken de kar met een stijging van 10 basispunten. Het neemt de kiwidollar op sleeptouw. NZD/USD laat het jaardieptepunt rond 0.58 achter zich en houdt daarmee de zijwaartse handelsband van het afgelopen anderhalf jaar in tact. De Amerikaanse rentes en de dollar hebben na de recente spurt even geen jus meer in de benen. Het biedt de kiwidollar de gelegenheid voor verdere herstelwinsten. Technische hordes bevinden zich op 0.601/0.604, gevolgd door 0.62. NZD/USD 0.64 is de bovengrens van het zijwaarts kanaal. Tegenover de euro houdt NZD in principe vlot stand. De eenheidsmunt kreunt onder een zwakke economie en aanhoudende speculatie van een stimulerende beleidsrente van <2%. De euro kan enkel hopen dat er binnenkort geen bijkomende laag van politieke onzekerheid bovenop komt: Frankrijk stevent af op een val van Barnier’s minderheidsregering als het parlement de begroting op 12 december niet goedkeurt. De Franse kredietrisicopremie steeg de afgelopen dagen al door tot het hoogste peil sinds 2012. De belangrijke NZD-weerstandszone EUR/NZD 1.749-1.738 (tegenover 1.785 vandaag) komt dan in het vizier.