ECB-raadslid Schnabel opent de debatten

Het monetair beleid in de ontwikkelde economieën heeft dikwijls wat weg van het bewegingspatroon van een school vissen of een klad duiven. Ieder individu vliegt (een beetje) zijn eigen traject. Tegelijk houdt iedereen elkaar scherp in de gaten. Dat leidt in alle wispelturigheid toch tot een verrassende synchronie ondanks soms wilde bochten. Te veel aan de rand van de klad vliegen is oncomfortabel, of misschien zelfs gewoon gevaarlijk.
Even een (niet-exhaustief) overzichtje van de posities van enkele leden van de ‘monetaire klad’. De Fed zet de versoepelingscyclus na 100 bpn renteverlaging ‘on hold’. Korter bij huis geeft de Zweedse Riksbank, nochtans een ‘duif’ die zich meestal comfortabel voelt wat lager in de klad, aan dat de versoepelingscyclus mogelijk beëindigd is. Ook de Reserve Bank of New Zealand gaf gisteren aan dat eindfase nadert. Wie pas begint (Australië) of nog moet starten (Noorwegen) doet dat al met een stevige disclaimer: niet te veel verwachten. De ECB-duif begon stilaan wat naar de rand af te dwalen. Op de januarivergadering luidde de boodschap nog dat het pad van verdere renteverlaging ‘duidelijk’ was omdat de ECB verwacht dat inflatie verder afkoelt richting de doelstelling. Isabel Schnabel, een van de richtinggevende niet-duiven binnen het beleidscomité, keek om zich heen en voelt dat het tijd is om bij te sturen. Ze luchtte haar hart gisteren in de FT.
De interviewer viel met de deur in huis. Betekent de ECB-studie eerder deze maand over de neutrale rente (1.75% tot 2.25%) dat het beleid verder zal worden versoepeld? Niet zo volgens Schnabel. Ze zegt net niet dat ze de studie irrelevant vindt. Te veel technische problemen die de inschatting bemoeilijken. Hoe dan ziet ze de trend voor die neutrale rente structureel hoger. Omwille van de hoge schuldgraad, uitdagingen zoals de digitale en groene transitie, het terugdraaien van de globalisering en het afnemend globaal spaaroverschot. Ondertussen blijft de binnenlandse inflatie nog altijd (te) hoog. Zelfs al heeft de ECB een goede schatting over die neutrale rente, dan nog moet het beleid vooral afgetoetst worden aan de kortetermijnontwikkelingen. Hier ziet Schabel tekenen dat de huidige rente niet restrictief meer is. Vooral kredietindicatoren wijzen in die richting. Navraag bij banken leert dat de rente geen beperkende factor meer is voor de kredietvraag bij bedrijven. In de hypotheekmarkt zijn er zelfs tekenen dat de huidige rente de vraag opnieuw stimuleert. Of de ECB op een rentepauze afstevent? Schnabel blijft diplomatisch en collegiaal, maar dat het debat op de maartvergadering start is hoe dan ook duidelijk.
De markt pikt ondertussen het verhaal, toegegeven schoorvoetend, op. Naar eind dit jaar is nog steeds een +/- 2.0% ECB-beleidsrente verdisconteerd (2.75% nu). Dat is wel al grosso modo 25 bpn hoger dan wat de markt begin dit jaar verwachtte. Na een bijkomende knip van 25 bpn in maart zien we een pauze tot het volgende evaluatiepunt in juni (update van de vooruitzichten). Of er van uitstel ook afstel komt? Voor dit soort conclusie is de globale geopolitieke context veel te onzeker. Wel is duidelijk in welke richting ‘de klad’ vliegt en wat de ECB best doet om zich veilig en comfortabel te voelen. Onzekerheid en een toenemende volatiliteit hoeven niet per se tot groter activisme te leiden. Het kan ook een reden zijn om wat buffer achter de hand te houden.
EMU 2-j swap rente: bodem wordt steeds sterker
