Versnelde bedrijfswinstgroei in 2025

Er wordt al jaren uitgekeken naar de effectieve impact van inflatie op de bedrijfswinstmarges. Kort na de start van het 4Q cijferseizoen flirt de S&P500 met een nettowinstmarge van 12,1%, tegenover 12,2% in kwartaal twee en drie en ver boven het 5-jaars gemiddelde van 11,6%. Inflatiedruk, duurdere energie en grondstoffen en hogere loonkosten staan tegenover kostenverlagingen door automatisatie, en natuurlijk prijszettingsmacht.
De turbo van banken, IT… en MAG-7
Met 12,1% is kwartaal vier het 3de opeenvolgende kwartaal waarin de marge meer dan 12% beloopt, wat ongezien is sinds het tweede kwartaal van 2022. Zeven sectoren schragen die hausse, waaronder financials (van 13,4% naar 18,9%), communicatiediensten (van 11,9% naar 13%) en nutsbedrijven (van 12,2% naar 13%). De marge voor financials en IT ligt daardoor ver boven het 5-jarig gemiddelde (resp. 16,6% en 24,0%). De energiesector vergaat het minder goed (van 10,4% naar 7,4%), terwijl de basismaterialen (van 9,1% naar 8,9%) de impact ondervinden van gedaalde olieprijzen en duurdere grondstoffen.
Een S&P500 in topvorm, dus, met de vriendelijke groeten van de Magnificent 7 bedrijven. Die liggen op koers voor winstgroei van 21,7% op jaarbasis in kwartaal vier, zodat de winstgroei van de S&P493 ‘beperkt’ blijft tot 9,7%. Beperkt, ja, al is zelfs dat de hoogste groei sinds het tweede kwartaal van 2022. Toen strandde de teller op 11,4%. Drie bedrijven van het illustere Mag-7 clubje (Nvidia, Amazon.com en Alphabet) behoren tot de top-10 van grootste winstgroei, geflankeerd door Bank of America, Citigroup, JPMorgan Chase, Trust Financial, Eli Lilly, Merck & Co en Micron Technology. Een kanttekening: zeker bij die laatste zeven stonden de winstcijfers in het kwartaal een jaar eerder onder druk door hogere kosten en andere negatieve elementen.
Wat brengt 2025?
Ook in 2025 zouden de nettowinstmarges voor de S&P 500 verbeteren, waardoor de marge van een huidige 12,1% naar 12,5% kan. Vooral in de eerste jaarhelft kan het hard gaan, met een marge-expansie tot 13%. Bijhorende grafiek geeft weer dat de Mag-7 hun trekkersrol met brio moeten blijven vervullen, met een expansie van de winstgroei van 17,7% in kwartaal 1 tot 20,3% in kwartaal 4. Voor de S&P493 index kan dat cijfer evolueren van 9,9% naar 15,4%, wat op zijn minst indrukwekkend is. Als we de verwachtingen voor 2025 omslaan naar de beurswaardering, wordt duidelijk waarom de VS veel hoger gewaardeerd is dan Europa. De Nasdaq moet een winstgroei van 25% kunnen scoren, na een forse 54% groei in 2024, tegenover zo’n 14% voor de S&P500 (op basis van Eikon-data, in plaats van de FactSet-gegevens). De Euro Stoxx 600 moet het stellen met een véél magerdere 8%, terwijl de BEL20 de meubelen wel nog kan redden met zo’n 11% winstgroei. Bij beide indexen daalde de winst in 2023, echter. De groei is dus technisch, eerder dan structureel.
Ondanks de onzekerheid van Trump 2.0, de AI-dreiging van DeepSeek en aanhoudende druk op energieprijzen en toeleveringskettingen, lijkt het zonneklaar dat de winstgroei in de VS ver boven de rest van het pak zal blijven. En dus blijven fondsbeheerders inzetten op de Amerikaanse aandelenmarkt. Dé vraag luidt in welke mate de huidige schattingen vatbaar zijn voor negatieve bijstellingen, in welk geval de focus én het beursmomentum snel kan kantelen naar Europa, Azië of opkomende economieën. Zij genieten immers het “voordeel van het pessimisme”: een gebrek aan groei zette de verwachtingen er eerder aan de bodem, dan aan de top.
Winstgroei S&P493 en Mag-7 blijft hoog in 2025
