De laatste (?) van de Riksbank

De parallellen tussen het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank en de Zweedse Riksbank waren het voorbije decennium groot. Beiden namen in 2014 een sprong in het onbekende met de introductie van negatieve beleidsrentes. Om invloed te krijgen over de volledige rentecurve schuwden ze de obligatie-aankopen niet. Beiden misten tijdens de hoogconjunctuur eind jaren 2010 de boot om het beleid te normaliseren, al maakte de Riksbank op het laatste nippertje nog een einde aan haar negatieve rentebeleid. Dat 0% doorheen de Covid-crisis de ondergrens bleef van de beleidsrente zegt veel over de merites van negatieve beleidsrentes. Die zien we nooit meer terug. Het duurde in 2021-2022 net als in Europa een tijdje vooraleer de Zweedse Riksbank het permanente karakter van de inflatie-opstoot erkende. Na een aarzelende start trok de centrale bank de rente op tot een piekniveau van 4%. Klinkt herkenbaar? Eén maand voor de ECB verlaagde de Riksbank vorig jaar de beleidsrente een eerste keer met 25 bpn. Na vandaag bedraagt de Zweedse beleidsrente 2.25% wat het totaal aantal cumulatieve renteknippen op 175 bpn brengt tov momenteel 100 bpn in de EMU. De belangrijkste les van de Riksbank na vandaag: ‘t is voorbij, het is uit, het is over. Europese rentemarkten zijn meer dan eens gewaarschuwd: leg vooral niet teveel eieren in het ECB-mandje.
De Riksbank orakelde in december dat ze de rente in de eerste jaarhelft nog één keer zou verlagen. Ze grijpt meteen de eerste gelegenheid aan en valideert de decembervisie en -vooruitzichten. Het verwachte Zweedse inflatiepad leunt nauw bij de 2%-doelstelling aan. Tegelijkertijd is de groei momenteel nog eerder zwak, maar de centrale bank zet in op een cyclisch herstel. De doorgevoerde renteverlagingen helpen een handje. Omwille van de onzekere internationale context houdt de Riksbank nog een slag om de arm. Ook het niveau van de Zweedse kroon is een aandachtspunt. Wijzigen doorheen het jaar de vooruitzichten, dan is de centrale bank bereid om (in beide richtingen) in te grijpen.
De beleidsbeslissing van vandaag was op voorhand getelefoneerd door verschillende leden van het beleidscomité. De marktreactie blijft dan ook uiterst beperkt. EUR/SEK handelt rond 11.46. Het is veelzeggend dat de Zweedse kroon het zelfs tegen een zwakke euro lastig heeft om terug te vechten. Eerste technische steun bevindt zich rond 11.40. We denken dat vooral de eurozijde van de vergelijking het verdere verloop in 2025 zal bepalen. Voorlopig zit de Europese eenheidsmunt nog gevangen onder een juk van onzekerheid. Op economisch vlak (dreiging van invoerheffingen, nood aan structurele investeringen om competitiviteit op te krikken), op geopolitiek niveau (Russische oorlog in Oekraïne), in politieke kringen (toekomstige Franse & Duitse regeringen) en in de monetaire context (waar eindigt het ECB-verhaal?). De Europese keerzijde van de medaille: als de verwachtingen zo laag liggen, is er later dit jaar weinig nodig om positief te verrassen.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal
EUR/SEK (weekgrafiek): Zweedse kroon overtuigt niet tegen zwakke euro
