De ene pauze is de andere niet
De volgende tien dagen krijgen we een lawine aan monetaire beleidsbeslissingen. Inflatiecijfers voor november lopen volop binnen en vormen een laatste cruciaal stukje in de beleidspuzzel. Dat was ook zo voor Hongarije en Tsjechië deze morgen.
Hongaarse inflatie trok aan tot 0.5% m/m en 3.7% j/j (van 3.2%), maar blijft nog binnen de doelzone (3% +/- 1%) van de Hongaarse centrale bank (MNB). Diensteninflatie is hoog (7% j/j), onder meer als gevolg van stevige loonstijgingen. Inflatie is echter niet de enige bezorgdheid van de MNB. Financiële stabiliteit - het voorkomen van een te snel afglijden van de forint - is een noodzakelijke (maar geen voldoende) voorwaarde om die inflatie onder controle te houden. Sinds begin dit jaar verloor de forint grosso modo 10% tegen de euro, met een valversnelling sinds september. Behalve het ongunstige sentiment (Trump trade, Europese (geo)politieke spanning) voor munten met een hoger risicoprofiel, was ook de binnenlandse verhaallijn verre van optimaal (aanslepende discussie met Europa over de toestand van de rechtsstaat met geblokkeerde EU-fondsen als gevolg, politieke inmenging met monetair beleid…). De MNB concludeerde dat verdere renteverlagingen mogelijk meer kwaad dan goed doen, zelfs ter ondersteuning van een zwakke groei. De MNB last een (lange? definitieve?) rentepauze in en houdt de beleidsrente tot nader bericht op 6.5%. De voorbije dagen kreeg de forint even ademruimte door relatieve windstilte op de Europese markt. Ook ratingagentschap Fitch (BBB stabiel) toonde zich vorige week iets milder dan zijn collega’s. Om echt te spreken van beterschap moet de forint versterken beneden EUR/HUF 400. Daar zijn we nog niet.
Ook de Tsjechische centrale bank (CNB) gaf recent bij monde van voorzitter Michl aan dat ze afstevent op een pauze in haar versoepelingscyclus. (beleidsrente 4%). Eerder dan door externe marktdruk, is de voorzichtigheid hier vooral ingegeven door het orthodoxe DNA van het CNB-beleidscomité. Zo gaf voorzitter Michl aan dat hij zich na de periode van te hoge inflatie comfortabeler voelt met een kerninflatie iets beneden eerder dan iets boven 2%. De inflatiecijfers voor november (0.1% m/m en 2.8% j/j; onveranderd van oktober) waren alvast iets beter dan verwacht. Zowel goederen als diensteninflatie bleven zeer matig op maandbasis (0.1% m/m) maar op jaarbasis (5.2%) blijft diensteninflatie voor de CNB wel hoog. omdat hogere lonen mogelijk de consumptie aanzwengelen. Veel andere centrale banken zouden met deze cijfers waarschijnlijk de rente verder verlagen. Op de CNB-vergadering volgende week gaan de twee opties (25 bpn verlaging en onveranderd) besproken worden. Gezien de recente communicatie van individuele gouverneurs zien we nog steeds een meer dan gemiddelde kans dat het voorzichtigheidsprincipe domineert. Pauze dus en een nieuwe evaluatie aan de hand van bijgestelde vooruitzichten in februari. Ook de Tsjechische kroon is schatplichtig aan het algemene risicosentiment, maar veel minder dan de forint. Sinds de markt voelt dat de CNB afstevent op een pauze op een relatief hoge reële rente, verstevigde de kroon van EUR/CZK 25.40/45 tot 25.1 nu. Een test van 25 is binnen handbereik, maar voor een volgehouden breuk (herstel van de kroon) moet de algemene context meezitten. De aanstelling van Donald Trump in de VS (20 januari) werpt nog steeds een schaduw.