Een rode stippellijn
Markten evolueren in golven, vaak ingegeven door een combinatie van marktpositionering (wat is verdisconteerd) en (een mogelijk ietwat selectief) scenario-denken. Verwachtingen over het Fed-beleid, tot spijt van wie het benijdt nog steeds de dominante monetaire kracht, zetten hier meestal de toon. Vraag is of we na een (korte) periode waar de data vooral vanuit een eerder soft, welwillend Fed-scenario werden gelezen, opnieuw voor een sentimentswijziging staan. Er is niets beslist, maar de marktreactie gisteren doet vermoeden dat het kan.
In de periode eind december tot de Fed-vergadering van 1 mei schroefden markten voortvarende verwachtingen omtrent Fed-renteverlagingen systematisch terug. Ter herinnering: eind vorig jaar werd meer dan 150 basispunten renteverlaging verdisconteerd alleen al voor 2024. De Fed beleidsrente zou terugvallen van 5.375% tot 3.75! 3% eind 2025 was best mogelijk. Een kwartaal van onverwacht sterke groei en inflatie die nauwelijks opschoof richting de 2%-doelstelling, bracht die verwachting terug tot niet meer dan één renteknip van 25 bpn voor dit jaar en maximaal 75 bpn bijkomende verlaging volgend jaar. Absoluut logisch gezien de ontwikkelingen.
Fed-voorzitter Powell en die positionering stuurden de markt (minstens tijdelijk) toch de andere kant op. Powell kon natuurlijk het inflatiedaglicht niet ontkennen. Hij trok echter een psychologische rode lijn. Zelfs met de onverwacht hoge inflatie is het beleid restrictief genoeg. De rente verder verhogen is zo goed als uitgesloten. Het debat blijft gaan over de (uitgestelde) timing van een verlaging. Als alles voor dit jaar zo goed als uitgeprijsd is, kan de markt niets winnen door in te zetten op nog hogere rentes. De logische afbouw van posities werd nog gevoed door iets minder sterke activiteits-en inflatiecijfers, al moeten we de afkoeling van inflatie in april (0.3% M/M) ook niet overdrijven. Gisteren waren Amerikaanse data (toegegeven niet de belangrijkste) opnieuw eerder soft. Toch daalden de rentes niet verder. Opnieuw logisch gezien de ondertussen veranderde positionering. De markt verdisconteert ondertussen opnieuw een eerste renteknip van 25 bpn in september en meer dan 80% van een tweede knip in december. Zeg nooit nooit, maar de data moeten wel heel fors afkoelen om de Fed alsnog over de streep te trekken om de rente vóór september te verlagen. De rentes (en ook de dollar) gingen gisteren op zoek naar een bodem. De rente-gedreven euforie op de beurzen stokt.
Ook al omdat Amerikaanse J/J-inflatie de volgende maanden mogelijk terug oploopt omwille van minder gunstige basiseffecten, gaan we er vanuit dat er weinig te winnen blijft met nu al te antiperen op meer versoepeling. De eerste commentaren van Fed-gouverneurs na de inflatiecijfers suggereren alvast dat het (beperkt) goed nieuws van de data woensdag niet de zekerheid biedt die de Fed nodig heeft om te besluiten dat inflatie echt terug op weg is naar 2%. Wij trekken op korte termijn alvast een (lichtrode) stippellijn zowel onder de Amerikaanse (maar ook Europese) rentes en onder de dollar. We houden wel een slag om de arm. Bij een combinatie van nog steeds koppig hoge inflatie maar tegelijk eventueel verder afkoelende activiteits- en arbeidsmarktdata, kan de markt eventueel speculeren op meer renteverlagingen volgend jaar. Vandaar de stippellijn.