RBA: de uitzondering op de regel.
Bij veel centrale banken is het debat recent of ze de rente niet sneller kunnen verlagen om groei en tewerkstelling te vrijwaren. Zo zet de markt er stevig op in dat de Bank of Canada deze week opschaalt van stappen van 25 bpn naar 50 bpn. Idem voor de Zweedse Riksbank, voor de Reserve Bank of New-Zealand (tot 75 bpn) en zelfs voor de ECB. Bij een zwakke EMU PMI later deze week voel je ook hier de markt opschuiven richting een mogelijke stap van 50 bpn in december. De betrokken centrale banken voelen meestal weinig drang om die verwachtingen te weerleggen. In deze context viel ons vanmorgen een speech op van de vicegouverneur Hauser van de Reserve Bank of Australia (RBA). Die was blij met de recente marktreactie. Nee, geen frontloading. De markt duwde de verwachting i.v.m. eerste renteverlaging stevig achteruit. Een eerste renteknip is nu pas volledig verdisconteerd voor april volgend jaar!
Wat is er verschillend in Australië? Vooreerst het startpunt. Vertrekkend van 0.1% in april 2022 trok de RBA de rente op tot 4.35% in november vorig jaar. Dat was laag vergeleken met andere gelijkaardige economieën. De reële beleidsrente bleef lang slechts beperkt positief. Ondertussen daalde de algemene inflatie in september tot 2.7%. Dat is wel een onvolledige schatting. Australië publiceert slechts op kwartaalbasis gedetailleerde inflatiecijfers en de daling was in belangrijke mate gevolg van een regeringstoelage om de energiefactuur te temperen. De onderliggende inflatie (3.4%) bleef wel duidelijk boven de 2-3% RBA-doelstelling. De groei vertraagt (0.2% in Q2), maar de arbeidsmarkt blijft sterk. Het arbeidsmarktrapport voor september was voor de 6de maand op rij sterker dan verwacht. Ondanks de matige groei steeg de tewerkstelling fors (+64k). Dat was sneller dan de toename van de beroepsbevolking waardoor de participatiegraad steeg naar een record (67.2%) en de werkloosheidsgraad daalde tot 4.1%.
Eind september haalde de markt nog meewarig de schouders op toen de RBA herhaalde dat ze niets uitsluit, in theorie dus ook geen laat-cyclische renteverhoging. Zo ver komt het waarschijnlijk niet, maar het arbeidsmarktrapport bewees wel het ‘grote gelijk van de RBA’. Het kwartaalinflatierapport eind volgende week is het volgende ijkpunt maar we verwachten geen fundamentele verandering in de communicatie van de RBA. In haar laatste prognose ging die RBA er vanuit dat de onderliggende inflatie pas eind 2025 binnen de 2-3% doelzone terugvalt en pas midden 2026 2.5% bereikt.
Op basis van het verwachte RBA beleidspad verwacht je dat de Aussie dollar de wind in de zeilen heeft. Dat is slechts in zeer beperkte mate het geval. De AUD volgt grotendeels de algemene USD-beweging. Vergeleken met begin dit jaar wint de AUD iets meer dan 2.0% tegen de Canadese en de Nieuw-Zeelandse dollar en wint per saldo niets tegen de euro. Zoals vermeld is de beleidsrente in absoute termen niet echt hoog en het lot van de Aussie dollar wordt ook in belangrijke mate bepaald door het algemeen risicosentiment, ontwikkelingen in de grondstoffen prijzen en de onzekerheid over China. De markt gaat er vanuit dat de RBA uiteindelijk de globale trend toch zal volgen. Het slechte rentenieuws moet dus nog komen. Iets gelijkaardigs zie je bij de Noorse kroon, die ook niet profiteert van de verlengde rentesteun en eerder terrein verliest, zelfs tegen de Zweedse buur waar de Riksbank wel volop de versoepelingskaart trekt. We blijven dan ook neutraal, zelfs ietwat voorzichtig over de Aussie dollar.