Fiscale debat trekt de aandacht
Niet gespeend van enige dramatiek stelde de Franse minister van Financiën gisteren het begrotingsvoorstel voor 2025 voor. De uitdaging van het land is gigantisch en de politieke janboel sinds de vervroegde parlementsverkiezingen maakt die er niet makkelijker op. Onder leiding van premier Barnier ligt er nu toch een blauwdruk: een ongeziene opkuisoperatie van meer dan $60 miljard, waarvan 2/3 langs de uitgavenkant. Het doel: een gapend gat van 6.1% van het bbp (schatting 2024) dat bij ongewijzigd beleid anders oploopt tot 7%, terugdringen tot 5%. Frankrijk gunde zich al twee jaar extra (2029) voor het behalen van de Europese norm van 3%. Het parlement buigt er zich vanaf volgende week over. Zonder het fiat van de oppositie (zo’n 2/3 van het parlement), is Barnier’s minderheidsregering aangewezen op een controversieel stukje grondwet waarmee het de stemming omzeilt. Dat gebeurde nog, maar werkt alleen als de regering een motie van wantrouwen (binnen de 48u) overleeft. Zo’n motie komt er ongetwijfeld: de linkerzijde van het parlement legde er eerder deze week al eentje op tafel. Die sneuvelde omdat de rechterflank van Le Pen die niet steunde. De centristen van Barnier regeren bij gratie van (extreem-)rechts. Het is een bijzonder oncomfortabele (durven we zeggen “onhoudbare”?) positie die de financiële markten op hun hoede houdt. Die schieten het begrotingsvoorstel niet onmiddellijk af. Toch verwachten we dat de Franse kredietrisicopremie (renteverschil met de Duitse referentie) voorlopig op verhoogde niveaus blijft. Sinds Macron’s aankondiging van de vervroegde verkiezingen midden juni noteert die Franse bibberpremie hoger dan de Portugese. Sinds begin oktober geldt hetzelfde voor de Spaanse.
Het thema trok deze week nog de aandacht. In de VS was dat met een ontnuchterende boodschap van het Committee for a Responsible Federal Budget. De partij-onafhankelijke budgetwaakhond berekende de impact van de beloftes gemaakt door beide presidentskandidaten. Onder Harris dikt de Amerikaanse schuldenberg het komende decennium - bovenop de stijgende uitgaven bij ongewijzigd beleid - aan met $3500 miljard (van 99% nu tot 133% van het bbp). Bij Trump loopt de schatting op tot $7500 miljard (142%). Het zijn abstracte bedragen voor gewone stervelingen maar zeer reële putten voor de begroting.
We ontwaren ook een zweem een van nervositeit net over het Kanaal. Britse renteverschillen met zowel de VS als Europa lopen op. Tegenover die eerste was de stijging aanvankelijk ingegeven door een sterkere daling van de Amerikaanse (10j.-)rentes. Sinds midden september komt dat echter op conto van een kloeke Britse toename. Die bracht het verschil met Duitsland tot het hoogste niveau sinds de zomer van 2023. Behalve op een korte episode in september 2022 was dat de afgelopen drie decennia nooit meer. Britse markten zijn nerveus voor de eerste begroting (eind oktober) onder een Labour regering in 14 jaar. Het wordt een moeilijke afweging tussen premier Starmer’s ambitieuze groeiagenda (jaarlijks 2.5%) en een ontspoord fiscaal huishouden. Tekorten opstapelen in een nieuw tijdperk zonder nulrentes is geen optie. Dat kan de tandem Truss-Kwarteng (RIP 06/09/2022-25/10/2022) getuigen. Het duo sloeg diepe wonden in de markt en minister van Financiën Reeves rijt die weer open nog voor ze helemaal geheeld zijn. Het Britse budget wordt zodanig opgemaakt dat de schuldgraad binnen vijf jaar lager is dan vandaag. Die spelregel beperkt de bewegingsvrijheid van Reeves. Aan de regel komt Reeves niet, maar misschien wel aan de definitie van “schuld”. In het meest gunstige scenario creëert ze uit het niets ruimte van 0.3% tot 2% van het bbp (raming van maart). De markt staat op scherp. Afspraak op 30 oktober.