Kersvers premier Ishiba laat BoJ weinig keuze
De yen behoort tot de best presterende munten van 2024 – tenminste wanneer de referentieperiode start vanaf de zomermaanden. De Japanse munt vermande zich vanaf midden juli en laat de 40-jarige diepterecords t.o.v. de Amerikaanse dollar (USD/JPY +160) achter zich. Aan de basis van de remontada lag een onverwachte renteverhoging (tot 0.25%) van de Bank of Japan die daarnaast aangaf dat het niet de laatste was. Kort daarna volgde een batch teleurstellende Amerikaanse cijfers die de vrees voor een recessie - en dus speculatie op een soepeler Fed-beleid – hoog deed oplopen. Ondertussen weet de markt beter, of toch z’n minst tot de volgende Amerikaanse cijferupdate. En wat de Bank of Japan betreft, die houdt zich best even koest. Dat zijn niet onze woorden, wel die van nieuwbakken premier Ishiba. De wisselmarkt heeft het begrepen. USD/JPY viel in een technisch vangnet tussen 138.74 (38.2% correctie op de USD/JPY-stijging sinds het 2020-dieptepunt) en de ruime 140 (jaardieptepunt, 61.8% correctie op de stijging van 2023-2024). Sindsdien volgde een herstel richting 150. We verwachten dat dit USD/JPY-weerstandsniveau standhoudt.
Ishiba had vorige week een onderhoud met BoJ-gouverneur Ueda in zijn splinternieuwe hoedanigheid (dag 1) als eerste minister. Dat is niet ongewoon; in Japan werkt de regering erg nauw samen met de centrale bank. Dat is vastgelegd in het pact van 2013, waar beide instanties overeenkwamen om het fiscaal en monetair beleid op elkaar af te stemmen om de deflatoire spiraal te doorbreken. Minder gebruikelijk is dat het ene het andere dicteert. Nochtans is dat wat gebeurde na afloop van die bijeenkomst. Ishiba gaf in al even ongebruikelijk expliciete stijl aan dat de Japanse economie momenteel geen bijkomende renteverhogingen aan kan. Net omwille van dat nauwe samenwerkingsverband is het soortelijk gewicht van een politieke monetaire mening in Japan, en al zeker die van de premier, voor de markt veel groter dan in pakweg Europa of de VS. Dag één van zijn ambt en de man maaide de Japanse yen al onderuit met het grootste dagverlies in enkele jaren tijd.
Ishiba liet zijn woordvoerder ‘s anderendaags de kastanjes uit het vuur halen. Toch laat zijn uitschuiver een wrange smaak na. De voormalige minister van defensie stond niet zo lang geleden gekend als voorstander van het uitdovende ultra-soepel monetair beleid. Hij pleitte ook voor fiscale terughoudendheid. Maar Ishiba draagt nu een andere pet en dat doet kennelijk wat met een mens. Minder dan een dag na zijn monetaire beleids…suggestie gaf de premier opdracht aan zijn kabinet om een nieuw fiscaal hulppakket uit te werken, met onder meer een stijging van het minimumloon. Het is misschien niet belangrijk, maar Ishiba schreef al vervroegde verkiezingen uit op 27 oktober en zijn partij heeft met een schandalen besmeurd imago op te krikken. We onderdrukken de neiging tot een gratuite, populaire oneliner.
Hoe dan ook, de nakende fiscale ondersteuning van een al bij al goed standhoudende economie, verbeterende sentimentsindicatoren (PMI’s, Tankan), de sterkste stijging van het basissalaris ooit (augustus) én inflatie op of boven de 2%-doelstelling laat de Bank of Japan weinig keuze. De centrale bank trok lessen uit de zomer maar dat betekent vooral uitstel en geen afstel. De beleidsvergadering van oktober is niet langer een optie maar omcirkel 19 december in de agenda.