NBP-baas verandert geweer van schouder

De Poolse centrale bank (NBP) en munt halen het niet vaak in deze column. We snorden het even op: de laatste keer was begin juli. Dat is niet uit slechte wil. De NBP en de zloty handelen al maandenlang volgens een ongewijzigd narratief. De beleidsrente bevindt zich sinds oktober vorig jaar op 5.75%. De NBP volgt dus niet het versoepelingspad van haar Centraal-Europese en westerse collega’s. Het waarom is helder, simpel en al de hele tijd hetzelfde: de hoge rente is nodig om inflatie te counteren en inflatieverwachtingen in toom te houden. Zelfs toen het prijspeil eerder dit jaar 2% aantikte, perfect in lijn met de NBP-doelstelling van 2.5% +/-1%, gaf Warschau niet thuis. Het plan van de regering om het eerder ingevoerde energieprijsplafond af te bouwen zou het inflatiecijfer opnieuw de lucht injagen. De NBP kreeg gelijk: inflatie bedroeg in september alweer net geen 5% en zal begin volgend jaar nog even doorstijgen. Hoeveel precies hangt in grote mate af van de (fiscale) plannen van de regering. Die onzekerheid in combinatie met kleverige onderliggende inflatiedruk (een kleine 4%) vormt de hoeksteen van het divergerende Poolse monetair beleid. Het culmineerde begin juli in een boude stelling van Glapinski: “Renteverlagingen zijn ten vroegste voor 2026.” De NBP-voorzitter verzekerde zich er een Marktrapport mee.
En de man doet het vandaag opnieuw. Zij het met een totaal andere boodschap. Op de persconferentie gisteren die volgde op de NBP-beleidsbeslissing een dag eerder was er een optimistische Glapinski. Inflatie zal de eerste maanden van volgend jaar oplopen maar zet daarna de daling in. Matigende loongroei zal zijn werk doen in de onderliggende maatstaven. En de inflatieverwachtingen zijn onder controle. Als de nieuwe voorspellingen van de maartvergadering het toelaten, kijken we volgens de voorzitter vanaf die maand of eentje later mogelijks aan tegen een serie Poolse renteverminderingen. Het kon zelfs nog vroeger, al vinden we dat onwaarschijnlijk zolang de NBP geen duidelijk zicht heeft op welk niveau inflatie begin 2025 zal pieken.
De bocht is niet alleen bijzonder scherp, hij is ook snel. Enkele dissidente beleidsmakers bonden tijdens de zomermaanden, dus kort na Glapinski’s krasse uitspraak, de kat de bel aan. Glapinski vervoegde hen wat later maar hield tijdens de septembervergadering toch nog een slag om de arm. “Als er al een renteverlaging komt, is dat niet per definitie de start van een reeks.” Glapinski doet het niet expliciet, maar we durven zeggen dat de heftig bijgestelde marktverwachtingen rond het Fed- en ECB-beleid sinds de augustusvolatiliteit een belangrijke rol spelen. Het houdt de nevenschade van (het vooruitzicht op) een lagere Poolse beleidsrente op de munt binnen de perken. Alles valt of staat uiteraard met het tempo waarop de NBP vanaf 2025kw2 versoepelt. De markt gaat voorlopig uit van een vrij conservatieve 4-4.25% tegen eind volgend jaar. Dat verklaart de aanhoudende sterkte van de zloty. EUR/PLN klom de afgelopen dagen van 4.25 richting 4.31 maar die beweging is minstens evenveel ingegeven door het kwakkel risicosentiment. De Tsjechische kroon en vooral de Hongaarse forint bleven bijvoorbeeld evenmin gespaard. Technisch gebeurde er overigens niks. Dat is pas wanneer de zloty voorbij EUR/PLN 4.37-4.38 verzwakt. Dat verwachten niet – of toch niet als gevolg van het NBP-beleid.
EUR/PLN: zloty blijft sterk ondanks recente verzwakking en gewijzigde toon van NBP
