Norges Bank als laatste over de streep
De versoepelingsrace van centrale banken in de geavanceerde wereld is zo goed als zeker beslecht. De Zwitserse centrale bank verzekerde zich met een openingszet in maart van de eerste plaats. Het zilver is voor Zweden (mei). Een fotofinish was nodig voor de derde plaats. De eurozone (6 juni) legt nipt de duimen voor Canada (5 juni). De hekkensluiter? Dat is Noorwegen.
De Noorse centrale bank (Norges Bank, NB) signaleerde op de beleidsvergadering gisteren dat ze de beleidsrente, momenteel 4.5%, hoogstwaarschijnlijk handhaaft tot en met het einde van dit jaar. De logica is duidelijk. Inflatie (2.6% in augustus) daalde dan wel iets meer dan de NB verwachtte, onderliggende maatstaven volgen die neerwaartse trend minder. In nieuwe voorspellingen ziet de NB beide graadmeters nog steeds boven 2% aan het einde van de beleidshorizon (2027). De groei stelde afgelopen kwartaal wat teleur maar wordt verondersteld aan te trekken in de komende jaren (1.1% - 1.3% - 1.5% over 2025-2027). Geen reden dus tot paniek. Maar wat de NB vooral stoort is de zwakke Noorse kroon. De munt flirtte de afgelopen maanden met de historische dieptepunten rond EUR/NOK 12, onder meer als gevolg van de tuimelende olieprijs. Dat ondermijnt het effect van een restrictieve beleidsrente op inflatie via duurdere import. Met (snelle) renteverlagingen riskeert de NB bijkomende NOK-depreciatie en dus blijft voorlopig haar boodschap: bijna maar nog niet.
Een tweede ECB-renteverlaging, een stevige eerste zet van de Fed en een voorzichtig herstel van de olieprijs bood de NOK recent wel een beetje ademruimte. De synchrone versoepelingscyclus van de (belangrijkste) centrale banken en de mate waarin dit een voorbode is van een cyclisch herstel (de olieprijs incluis) neemt volgens ons een belangrijke barrière weg voor de NB om de rente in december alsnog een eerste keer te verlagen. Dat kan zonder grote nevenschade voor de munt, integendeel: het is een verhaal van relatieve rentebewegingen. Vanuit technisch perspectief vormt EUR/NOK 11.5 een eerste test voor de kroon. Een breuk lager impliceert een terugkeer richting de zone 11.10-11.15.
We steken nog even de koude Noordzee over richting Verenigd Koninkrijk en de beleidsvergadering van de Bank of England. Er was op voorhand wat poeha rond de afbouw van haar obligatieportefeuille. Het nieuwe target voor het komende jaar bleef onveranderd: - £100 miljard. Door de stevige som te vervallen obligaties (£87 mld vs £50 mld vorige periode) was er speculatie over een groter totaalbedrag. De BoE miste een unieke kans om zonder marktdeining meer kortlopende obligaties (1-3j.) te lossen en in één klap de gebrekkige liquiditeit op dat segment van de curve te verbeteren. De beleidsrente bleef zoals verwacht onveranderd op 5%. De notoire duif Swati Dhingra stemde als enige voor een renteverlaging. Voor de anderen was er simpelweg te weinig informatie voor vervolgactie na de openingszet begin augustus. Met een relatief standvastige economie en alle inflatiemaatstaven boven de 2%-doelstelling was het status quo dan de logische optie. De uitkomst gisteren en het door BoE-gouverneur Bailey gepredikte pad van de geleidelijkheid bevestigt ons idee van een strategie analoog aan die van de ECB: tot nader bericht renteverlagingen met 25 basispunten op kwartaalbasis. Het pond kan die voorzichtige aanpak wel pruimen. Samen met sterke omzetcijfers uit de Britse kleinhandel duwt het EUR/GBP vandaag richting tweejarig dieptepunt van 0.8383. Een breuk lager vinden we niet vanzelfsprekend.