Jaarsprint van het pond loopt op z’n eind
Het Britse pond zag het bij het begin van deze week helemaal zitten. Na een voorzichtige winst maandag koos de munt dinsdag voor de vlucht vooruit. EUR/GBP tikte 0.85 aan en stond daarmee op het randje van de afgrond. Het keek uit op het jaardieptepunt van 2023 (0.84926). Daar beneden volgt een technisch woestenij waar het eerstvolgende wegwijzertje 0.834 aangeeft. De breuk lager manifesteerde zich echter niet. EUR/GBP recupereerde gisteren niet alleen (meer dan) de verliezen van dinsdag, het gaat vanmorgen door op hetzelfde elan. Momenteel gaat een euro voor 0.855 pond over de toonbanken. In een breder perspectief handelt EUR/GBP in de onderste helft van het brede, zijwaartse kanaal die het territorium afbakent sinds het brexitreferendum van 2016. Toch heerst er een gevoel dat dit tweedaagse herstel EUR/GBP eindelijk de ademruimte biedt die het na een zwakke jaarstart zocht.
De wispelturige week voor het pond volgt uit een druk bezette economische kalender. Het spurtje dinsdag was het resultaat van een sterk Brits arbeidsmarktrapport. Een onverwachte daling van de werkloosheidsgraad tot het niveau van voor de pandemie (3.8%), een stevige tewerkstellingsgroei richting eindejaar met een prima eerste indicatie voor de maand januari en lonen die nog steeds sneller groeien dan het algemene prijspeil. Stuk voor stuk aanwijzingen van een schijnbaar onvermoeibare arbeidsmarkt. De tegenbeweging kwam met de inflatiecijfers gisteren en de bbp-cijfers vanmorgen. Die eerste vermeden een gevreesde versnelling, al is dat een schamele troost aangezien zowel de algemene (4%) en zeker de onderliggende (5.1%) prijsgroei nog ruim boven de 2%-doelstelling van de centrale bank (Bank of England) zweeft. De Britse economie kromp afgelopen kwartaal dan weer meer dan verwacht, met 0.3% i.p.v. 0.1%. Een technische recessie (twee opeenvolgende kwartalen met negatieve groei) is een feit. Dat die in belangrijke mate uit een zwakke private consumptie voortvloeit plaatst de sterkte van de arbeidsmarkt toch wat in perspectief.
Waar moet het pond nu heen? Structurele elementen zoals de dubbele tekorten (op de handelsbalans en de begroting), brexit (die een barrièrevrije toegang tot een half miljard consumenten afsneed) en een chronisch gebrek aan productiviteitsopkrikkende investeringen (een letsel van de financiële crisis) staan de Britse munt een mooie toekomst in de weg. Rond die depreciërende langetermijntrend oscilleert het pond op korte termijn continu. Monetair beleid is één van de belangrijkste variabelen die daar de toon zet. De Britse geldmarkt, net zoals de Europese en Amerikaanse, schroefde de afgelopen weken de verwachtingen voor een agressief versoepelingsbeleid door de Bank of England aanzienlijk terug: van bijna 175 bpn voor 2024 bij de start van het jaar tot amper 75 bpn vandaag. Het is een slinger die nu wel erg ver in de andere richting gaat. Zonder de verdere, onvoorwaardelijke rugdekking van de economische cijfers en/of monetaire beleidsmakers zien we ruimte voor een tegenbeweging. Zelfs al is de zwakke euro voorlopig nog tot niet veel in staat, het betekent dat de bodem in de buurt van EUR/GBP 0.85 tot nader bericht goed beschermd is.