Poolse rentecyclus nog niet ten einde
De Centraal-Europese munten werden omwille van de oorlog tussen Oekraïne en Rusland een schietschijf. De Tsjechische kroon, Poolse zloty en Hongaarse forint stapelden de verliezen op, met zelfs nieuwe diepterecords voor die laatste twee. Dat heeft gevolgen voor de al scherpe inflatie. Een de-escalatie in het conflict is de belangrijkste maar voorlopig onzekere voorwaarde voor een bodem onder de Visegrád-munten. In de tussentijd grijpen centrale banken terug naar wisselmarktinterventies (CNB in Tsjechië), renteverhogingen (de Hongaarse MNB verhoogde vanmorgen de wekelijkse depositorente tot 5,85%) of de combinatie van de twee, zoals de NBP in Polen al deed.
De Poolse centrale bank (NBP) trok dinsdag de rente met 75 basispunten op tot 3,5%. Dat was meer dan de verwachte 50 bpn. De NBP vreest vooral voor de impact van het conflict op de inflatie(verwachtingen) en minder op groei. De economische schade volgt in eerste instantie uit de scherp opgelopen grondstofprijzen zoals in olie, gas, diverse metalen en landbouwproducten. Maar Rusland en Oekraïne zijn bijvoorbeeld geen belangrijke handelspartners van Polen. De centrale bank stelt niettemin de groeiprognoses neerwaarts bij van 3,8-5,9% tot 3,4-5,3% voor dit jaar en van 3,8-6,1% tot 1,9-4,1% voor 2023. De inflatievooruitzichten springen in het oog. Poolse prijzen stijgen al een tijdje stevig door; eerst gedreven vanuit externe factoren (ontregeld aanbod), daarna door binnenlandse (lonen). Inflatie liep in de maand januari op tot 9,2% j/j. De grondstoffenbonanza van de afgelopen weken zorgt nu voor bijkomende opwaartse druk. Het zal de gemiddelde inflatie voor 2022 gevoelig opdrijven tot 9,3-12,2% (vs. 5,1-6,5% verwacht in november). Ook in 2023 (7-11%) en zelfs 2024 (2,8-5,7%) zal ze waarschijnlijk boven de 3%-doelstelling (+/-1 ppt) uitstijgen.
De NBP zit verveeld met de historisch zwakke zloty. EUR/PLN tikte maandag en dinsdag even de symbolische grens van 5 aan. De centrale bank vindt dit niet in lijn met de economische fundamenten en het ondermijnt het effect van de monetaire verstrakking. De centrale bank intervenieerde vorige week meermaals in de wisselmarkt - geen onverdeeld succes - en zal dat blijven doen zolang als nodig, gaf ze nog mee. Tijdens de persconferentie verduidelijkte voorzitter Glapinski voorts dat de rentecyclus nog niet ten einde is. Meer zelfs: de NBP kan zelfs twee keer per maand samenkomen indien nodig. De voorzitter onthield zich wel van een inschatting over de piek in de beleidsrente. Poolse geldmarkten denken dat die makkelijk 5% of meer bedraagt.
Sinds het zloty-diepterecord begin deze week herstelde de munt ondertussen tot EUR/PLN 4,80. Die comeback had vooral te maken met een plots opgeklaard marktsentiment waar de regionale collega’s CZK en HUF evenzeer van profiteerden. Toch handelt de zloty tot nader bericht zwak. Het is in deze belangrijk dat de NBP de pas opgebouwde geloofwaardigheid in haar strijd tegen inflatie niet te grabbel gooit voor een groei-ondersteunend beleid. Glapinski’s commentaar gisteren is wat dat betreft alvast een positief signaal. Voor een verbetering van het technisch plaatje, kijken we in eerste instantie uit naar een terugkeer van EUR/PLN beneden 4,70.