CE centrale banken interveniëren
De voorbije maanden zorgden opstoten van risico-aversie vooral voor nervositeit op de beurzen. De rentes waren meestal de oorzaak omdat de markten ongerust werden over de impact van de ‘onvermijdelijke’ beleidsnormalisatie annex hogere rentes. Op de wisselmarkt bleef meestal relatief rustig. De markt ging er vanuit dat het een kwestie van tijd was alvorens ‘alle’ centrale banken die inflatiehandschoen zouden opnemen. EUR/USD handhaafde zich vrij vlot in een zijwaarts kanaal tussen 1.1120 en 1.15. De CE-munten werden aanvankelijk zelfs beloond voor het proactief beleid van hun CB’s, iets wat niet zo evident is in een context van hogere rentes in de kernlanden (vooral de VS).
De Russische invasie van Oekraïne beëindigde dit idyllisch sprookje van relatieve FX-rust abrupt. Hier moeten we al onmiddellijk terugkomen (cf marktrapport dinsdag) op het wedervaren van de zloty, de forint en de Tsjechische kroon. De geografische nabijheid van het conflict, de economische impact, de afhankelijkheid van Russisch gas … Het waren allen redenen om de mooie januari-winsten in te wisselen voor dieprode verliescijfers. De zwakke munt is ook een ramp voor de anti-inflatie kruistocht van de Tsjechische (CNB), de Hongaarse (MNB) en Pools (NBP) centrale banken. Het versterkt het inflatoir effect van de torenhoge grondstoffenprijzen. Als verdediging zijn er twee opties: hogere rentes of interventies. Beide worden in stelling gebracht. Zo stapte de MNB af van haar intentie om de rente maandelijks bij te sturen/verhogen. Ze trok de depositorente, het geëigende instrument tegen marktspanning, gisteren fors op van 4.60% tot 5.35%, kort bij de bovengrens van de rentecorridor die pas vorige week op de reguliere beleidsvergadering werd verhoogd. De Poolse en Tsjechische marktrentes geven aan dat de markt verwacht dat de CNB en de NBP gelijkaardige stappen ‘moeten’ nemen. Toch probeert Polen voorlopig een ander recept. De centrale bank intervenieerde deze week al drie keer in de wisselmarkt (kopen zloty tegen deviezen), ook vanmorgen. Bovendien gaat de regering haar deviezenreserve (onder meer fondsen in euro ontvangen van de EU) rechtstreeks in de markt verkopen (en niet aan de NBP) om zo de zloty te ondersteunen.
Heet van de naald: ook de CNB intervenieert nu in de wisselmarkt. Dat lag min of meer voor de hand. De CNB heeft grote deviezenreserves, het resultaat van interventies om de te sterke munt af te remmen in 2015/2017. De resultaten van de Poolse aankopen was uiterst beperkt. Het is nog vroeg dag, maar de actie van de CNB levert iets meer op (EUR/CZK van 25.85 naar 25.63). De ervaring leert dat interventies de val van de munt meestal enkel afremmen. Voor een ommekeer moet ook er uitzicht zijn voor een oplossing van het onderliggende probleem. Daar zijn we voorlopig niet. De forint (de MNB heeft minder deviezenreserves) blijft voorlopig wat verweesd achter.
Nog even terug naar de ‘brede wisselmarkt’. Daar heeft de euro het ondertussen ook niet onder de markt. De regionale nabijheid van het conflict en vrees dat de ECB, ondanks oplopende inflatie, de normalisatie zal vertragen, zorgt ervoor dat zowat alle belangrijke euro-combinaties belangrijke niveaus testen of breken. Een (niet-exhaustieve) bloemlezing: EUR/USD test de kaap van 1.10. EUR/GBP test het dieptepunt van eind 2019 (0.8277). EUR/CHF (1.0120, laagste niveau sinds begin 2015), heeft zicht op pariteit. De verhoudingen liggen anders dan bij voorbeeld in Centraal-Europa, maar ook in de EMU maakt de zwakke munt het afremmen van de inflatie alleen maar moelijker. Misschien moet ook de ECB die parameter toch maar iets meer gewicht geven als ze twijfelt over al of niet snel ingrijpen.