Wet van de sterkste tot Fed en ECB meetings
Er valt tegenwoordig weinig te beginnen tegen de sterke onderliggende marktstroom. Investeerders steken hun asymmetrisch voorkeur om te reageren op alles wat wijst op een snelle (monetaire) beleidsommekeer niet onder stoelen of banken. Alle bewijslast in de andere richting wordt onder de mat geveegd. In de aanloop naar de laatste beleidsvergaderingen van de Fed, ECB en BoE valt er waarschijnlijk weinig te beginnen tegen deze wet van de sterkste. Daarna verwachten we dat vooral de nieuwe beleidsrenteverwachtingen van de Fed voor een stevige realiteitscheck zullen zorgen. In september stelde de Fed voor eind 2024 een beleidsrente boven 5% voorop. Sindsdien verraste groei in positieve zin, verloopt het disinflatieproces zoals verwacht en keerde de these van strengere financiële voorwaarden die het werk van de Fed doen als een boemerang terug. Maar dat is voor later…
In de marktprikkelende categorie vinden we deze week Europese inflatiecijfers en commentaren van Fed-gouverneur Waller terug. Sterke maand-op-maanddalingen in energieprijzen en toerisme-gerelateerde componenten duwen Europese inflatiecijfers nog een laatste keer lager. De aanloop naar de data zorgde deze week voor een grotere beweging dan de effectieve bevestiging. De nuance dat statistische basiseffecten vanaf volgende maand in de omgekeerde richting werken, gaat volledig verloren. Fed-gouverneur Waller zette de strategische toon net voor het ingaan van de zwijgplicht voor de Fed-vergadering van 13 december. Als het disinflatieproces “nog 3, 4, 5 maanden” voortgaat wil hij een renteverlaging overwegen. Koren op de molen van een markt die amper vier (Fed) of twee (ECB, BoE) maanden na een laatste renteverhoging al hunkert naar het scharnierpunt in het rentebeleid. Het is één ding om de jaartoppen van korte rentes in Europa (2j swap: 4%) en de VS (2j overheid: 5.25%) definitief als cyclische top te klasseren. Het is iets volledig anders om dat korte eind nu al 60 (VS) tot 70 basispunten (EU) (!) lager te laten corrigeren ten opzichte van die toppen.
In de één-oor-in-ander-oor-uit rubriek kwamen we deze week ECB voorzitster Lagarde, een blik andere Fed-leden en de OESO tegen. In een hoorzitting voor het Europese parlement sprak de ECB-topvrouw voor het eerst over een nakende wijziging in het beheer van de PEPP-obligatieportefeuille. De natuurlijke afbouw van de pandemie-gerelateerde obligatie-aankopen (+- €1800 miljard) is tot nu toe pas voor ten vroegste 2025. Die communicatie en aanpak staat haaks op het rentebeleid en de afbouw van de APP-portefeuille. Door PEPP sneller in stelling te brengen tilt de ECB de beleidsnormalisatie naar een hoger niveau en slorpt ze sneller overtollige liquiditeit op. De boodschap van Fed Wallers’ collega’s was genuanceerder, gaande van het stereotiepe hoger voor langer over gelijke kansen tussen een renteverhoging en renteverlaging als volgende beweging tot aandacht voor opwaartse inflatierisico’s. Ten slotte geeft de OESO in haar halfjaarlijkse globale update nog vrijblijvend advies. De eerste renteverlaging in de VS, het VK en Europa komen er respectievelijk ten vroegste in de 2e jaarhelft van volgend jaar, begin 2025 en in de lente van 2025.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal