Gevaarlijke cocktail voor het pond in de maak
Bank of England voorzitter Bailey waarschuwde gisteren dat de centrale bank het verwachte inflatiepad in haar kwartaalrapport van februari opwaarts zal bijstellen. Permanent hogere energieprijzen en een startende loon-prijsspiraal zijn de voornaamste schuldigen. Hij waarschuwt voor een langere periode van hogere inflatie (tot 2023) na de verwachte piek (6%-7%) in april. Daarmee is het pleit over een tweede opeenvolgende renteverhoging meteen beslecht. We verwachten dat de BoE de beleidsrente zal optrekken van 0.25% tot 0.50%. Tegelijkertijd wordt sneller dan verwacht een startschot gegeven aan de natuurlijke afbouw van de balans. De Britse centrale bank gaf vorig jaar duidelijke richtlijnen omtrent haar op til zijnde normalisatieproces. Eén daarvan was dat de BoE middelen van obligaties op vervaldag niet langer zal herinvesteren van zodra de beleidsrente 0.5% bedraagt. De Bank of England kocht in de loop der jaren voor £895 miljard aan activa; voornamelijk overheidsobligaties.
Bailey’s uitspraken volgden enkele uren na de publicatie van de Britse inflatiecijfers voor de maand december. De Britse inflatie steeg onverwacht van 5.1% j/j tot 5.4% j/j, het hoogste peil sinds 1992 en ver boven de 2%-inflatiedoelstelling van de BoE! De onderliggende kerninflatie die abstractie maakt van volatiele componenten zoals voeding en energie steeg van 4% j/j tot 4.2% j/j. Een prijsmaatstaf gericht op specifieke kleinhandel producten en diensten (het dagelijkse leven van de gemiddelde Brit) steeg zelfs met 7.5% j/j. Eerder deze week waren de Britse arbeidsmarktcijfers opnieuw robuust. De werkloosheidsgraad daalde van 4.2% in de periode augustus-oktober tot 4.1% in september-november, het laagste peil sinds de zomer van 2020. In december daalde het aantal werkloosheidsaanvragen (-43 300) en steeg de tewerkstelling (+184 000). De sterke/krappe arbeidsmarkt is vooral via de “dreiging” van hogere lonen, een extra reden voor de Bank of England om het monetaire beleid verder te normaliseren.
Het Britse pond handelt deze week marginaal sterker ten opzichte van de euro. EUR/GBP zette een nieuwe bodem in de lage 0.83-zone. Vanuit technisch oogpunt ligt sterke steun rond EUR/GBP 0.8277/82 (2019 & 2020 bodems). De monetaire spreidstand, en bijkomende rentesteun, leveren sterling voorlopig weinig extra’s op. Het Britse pond vecht met zijn eigen demonen. Premier Johnson’s BYOB-beleid is dan nog het minste van de queen’s money’s zorgen. Britse gezinnen liggen wakker van de stijgende kosten in het dagelijkse leven. Inflatie neemt een serieuze hap uit het beschikbare inkomen en de situatie dreigt na april nog een pak erger te worden. Dan voert de Britse regering in principe belastingverhogingen door om de zorgfactuur te betalen. Downing Street heeft er een prioriteit van gemaakt om haar budgettaire huishouden zo snel mogelijk terug op orde te krijgen na de uitzonderlijke Covid-jaren. Daarnaast wordt in april de volle impact van de energiecrisis pas echt voelbaar. Naar schatting wordt het plafond voor de gas- en elektriciteitsrekening (een erfenis van de liberalisering van de energiemarkt) van een gemiddeld huishouden met zo’n £700 opgetrokken tot ongeveer £2000. Voeg daar dan nog een strakker monetair beleid aan toe en de naweeën van de brexit en het wordt duidelijk waarom denktank Resolution Foundation waarschuwt voor een heuse koopkrachtcrash. Zwakke groeivooruitzichten verklaren onze negatieve visie op het pond op langere termijn met een terugkeer richting 0.87(+) eind 2022.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal