Belgische schatkist trapt financieringsronde af
De Belgische schatkist startte gisteren haar financieringsronde voor dit jaar met een plaatsing van nieuwe overheidsobligaties met een looptijd van 10 jaar (juni 2032). De obligatie, OLO 94, draagt een coupon van 0.35%. In totaal was er voor meer dan €21 miljard interesse. De schatkist plaatste uiteindelijk €5 miljard. De verkoopprijs week (in rentetermen) slechts één basispunt af ten opzichte van de richtprijs. In het typische biedingsproces voor nieuwe overheidsobligaties geeft de overheid een relatief aantrekkelijke richtprijs voor die obligatie en hoopt dat investeerders de uiteindelijke verkoopprijs nog wat opdrijven. De rente die de overheid dan betaalt, is iets lager (inversie correlatie tussen obligatieprijs en rente). De voorbije twee jaren was het verschil tussen richt- en verkoopprijs vaak iets groter dan gisteren het geval was. Investeerders boden recent met andere woorden gemakkelijker een hogere prijs om toch een deel van de koek te ontvangen. De orderboekjes van die overheidsveilingen waren toen nog groter dan dat van gisteren.
De belangrijkste verklarende factor voor dat “tanend” enthousiasme is het toekomstige beleid van de Europese centrale bank. De grootste slokop van overheidsobligaties op de secondaire markt – en tevens prijsstutter – wordt dit jaar een pak minder aanwezig. Via haar twee obligatie-aankoopprogramma’s kocht de ECB vorig jaar maandelijks voor gemiddeld €90 miljard (netto) overheidsobligaties. In 2022 wordt dat gemiddeld waarschijnlijk maar iets van een €35 miljard. Bovendien zullen de maandelijkse aankopen een degressief patroon vertonen. In 2023 verwachten we dat de ECB enkel nog herinvesteren zal doen uit haar bestaande obligatieportefeuilles. De Belgische 10j-rente noteert momenteel aan het hoogste niveau sinds maart 2020 en we verwachten dat de recente rentestijging zich de volgende maanden zal doorzetten. Ze volgt de globale rentetrend, gedreven door inflatieverwachtingen (eurozone) en/of reële rentes (VS). De Duitse 10j-rente steeg vanochtend bijvoorbeeld voor het eerst sinds mei 2019 boven de psychologische kaap van 0% uit. Het renteverschil tussen beiden – de Belgische kredietrisicopremie – ondervindt nog geen last van het stijgende renteklimaat. Ze blijft al bijna een jaar stabiel rond 30-35 basispunten. Dat is vergelijkbaar, of zelfs iets beter, dan Frankrijk, ook al geniet onze zuiderbuur een iets betere gemiddelde kredietrating van Moody’s, S&P en Fitch. De Franse presidentsverkiezingen verklaren vermoedelijk het verschil. Investeerders verdisconteren een politieke premie gegeven de onzekere verkiezingsuitslag.
Dankzij de plaatsing van OLO 94 heeft de schatkist meteen voldaan aan ongeveer 1/8e van haar verwachte financieringsbehoefte van overheidsobligaties (€41.2 miljard). Dat is min of meer in lijn met de totale OLO-uitgifte van vorig jaar (€39.2 miljard). Met andere financieringsinstrumenten (voorbeeld schatkistcertificaten, private plaatsingen,…) wil de overheid dit jaar zo’n €7 miljard ophalen. Dat totaalbedrag (€48.3 miljard) is nodig om vooral het begrotingstekort (€18.3 miljard) en vervallende schuld (€27.6 miljard) te (her)financieren.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal