Nieuwe week, nieuwe kansen
Vanochtend kaapt China de meeste headlines weg. Uittredend premier Li Keqiang legt het parlement pro forma de beleidsbeslissingen van de partijtop voor op het jaarlijkse Volkscongres. De groeidoelstelling voor de volgende 12 maanden (ongeveer 5%) is de laagste in decennia. Na de uitschuiver van vorig jaar, ligt de lat precies liever iets lager. China kon toen voor het eerst in jaren haar target (ongeveer 5.5%) niet behalen, onder meer als gevolg van het strikte zero-Covidbeleid. Behalve voor de slaagkansen is de lagere groeidoelstelling toonbeeld van de transformatie die de Chinese economie ondergaat. Van een exportgerichte, fiscaal-gedopeerde groeimarkt naar een meer mature, welvarendere, economie die steunt op een sterke binnenlandse dienstensector. China reserveert minder fiscale steun voor de bouwwoede op provinciaal niveau en stelt een overheidstekort van 3% van het BBP voorop.
De lagere groeidoelstelling kan het algemeen markthumeur vanochtend niet verpesten. Het IMF becijferde recent nochtans dat elk procentpunt sterkere Chinese groei, de rest van de wereld ook 0.3% hoger stuwt. Lokale markten en grondstoffenprijzen doen het relatief iets minder goed, maar de schade is uiterst beperkt.
Na dit Chinese intermezzo verschuift de aandacht deze week toch vooral naar de Verenigde Staten. Vorige week overleefde de psychologische 4%-grens voor de Amerikaanse 10-j rente nipt in de weeksluiting. Aan de ISM uit de dienstensector lag het nochtans niet. Die bleef onverwacht sterk op 55.1 (>50 duidt op groei). Details toonden een forse toename in de tewerkstelling en nieuwe bestellingen. Ze wijzen op ook een blijvend hoge (binnenlandse) kerninflatie die de Fed niet kan negeren. Iets lagere inputprijzen (65.6 van 67.8) zijn een doekje voor het bloeden.
Morgen en woensdag kan Fed-voorzitter Powell de lijnen uitzetten voor de beleidsvergadering van 22 maart, al kon de timing van zijn hoorzitting voor het Amerikaanse Congres beter. Op vrijdag krijgen we nog een arbeidsmarktrapport (payrolls) voorgeschoteld en volgende woensdag volgen nog inflatiecijfers voor de maand februari. Begin februari staken uitzonderlijk sterke payrolls het vuur aan de rentelont. De netto jobcreatie van 517k overdoen is onmogelijk, maar de markt verwacht nog steeds een sterke 215k. Behalve de cijfers veilt de Amerikaanse schatkist deze week 3-, 10- en 30-jarige overheidsobligaties. Vooral de resultaten van de langere looptijden worden interessant. Als investeerders niet thuis geven voor een rendement van (bijna) 4% dreigt de volgende verkoopgolf.
Tot slot krijgt de laatste beleidsvergadering van Bank of Japan voorzitter Kuroda een eervolle vermelding. De centrale bank zal vasthouden aan haar uiterst soepele monetaire beleid ondanks oplopende (kern)inflatie. Maar, markten kijken vooruit. In april zet de nieuwe voorzitter Ueda mogelijk al een nieuwe stap in het normalisatieproces (hogere lange rente tolereren). Voorbereidend werk zal niet onopgemerkt voorbij gaan.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal