Echo naar vorig jaar
We kunnen opnieuw niet rond de economische cijfers. Vorige week klasseerden we PCE-prijsdeflatoren a priori onterecht als “oud nieuws”. De favoriete inflatiemaatstaf van de Amerikaanse centrale bank wordt doorgaans twee weken na de CPI-inflatiereeks gepubliceerd die de toon zet en de kans op afwijkingen verkleint. Vrijdag volgde de uitzondering die de regel bevestigt. Zowel hoofd- als onderliggende kerninflatie versnelden tot 0.6% op maandbasis, waardoor de jaar-op-jaarvergelijkingen onverwacht zelfs wat stegen ten opzichte van december.
Op de markten klinkt de echo naar de eerste negen maanden van vorig jaar. Koppig hoge inflatie, een krappe arbeidsmarkt en een weerbare economie zorgen voor een constant bijsturen van (beleids)renteverwachtingen van de Fed. Intussen verdisconteert de Amerikaanse geldmarkt drie extra renteverhogingen van 25 basispunten in maart, mei en juni en houdt ze meer en meer rekening met twee alternatieve scenario’s: één van een renteverhoging met 50 basispunten in maart en één van nog een extra renteverhoging in juli. De eerste echte renteverlaging is nu pas volledig ingeprijsd in januari van 2024. Begin dit jaar lag de verwachte beleidsrente eind 2023 nog 50 basispunten beneden de verwachte piek. De Amerikaanse 2-j rente trok meer dan 10 basispunten hoger en zette een nieuwe cyclische top boven 4.8%. De magische kaap van 5% en de top van de verstrakkingscyclus tussen 2004 en 2006 (5.27%) lonken. Nog enkele weken en we berichten over de hoogste renteniveaus op deze looptijd sinds begin jaren 2000. De Amerikaanse 10-j rente breekt door de 3.9/3.95% weerstandszone en tekent een dubbele bodem op de grafiek. De 2022-top van 4.33% is de volgende doelstelling. Deze week kijken aan Amerikaanse zijde vooral naar de ISM-bedrijfsvertrouwensindicatoren voor de maand februari. Op woensdag krijgen we de ISM voor de verwerkende nijverheid, op vrijdag die voor de dienstensector. De intensiteit van de verkoopgolf op de Amerikaanse obligatiemarkten sloeg over op het beursgemoed. Belangrijkste Amerikaanse en Europese indices verloren tot 1.5%. De toonaangevende Amerikaanse S&P 500 verloor bij sluiting voeling met het opwaartse correctiekanaal sinds oktober van vorig jaar. Op de wisselmarkt speelt de dollar dankzij de Amerikaanse rentestijging en het risico-averse marktklimaat de dominante rol. EUR/USD drijft af beneden 1.0550 en kijkt richting de 1.0484/66 steunzone.
Europese rentes volgen het Amerikaanse pad hoger. We benadrukken het (technische) belang van de Duitse 10-j rente die steeds harder op 2.55%/2.57% weerstand bonkt. Behalve de cyclische top van vorig jaar is dit het 62% herstel op de rentedaling tussen 2008 en 2020. Langs Europese zijde kunnen de inflatiecijfers voor de maand februari de forcing voeren. Via nationale cijfers in België (deze namiddag),
Frankrijk, Spanje (morgen) en Duitsland (woensdag) gaat het naar het cijfer voor de euro zone op donderdag. De marktverwachting gaat uit van een sterke maanddynamiek (0.5% m/m) die het j/j-hoofdinflatiecijfer terugbrengt van 8.6% tot 8.3%. De onderliggende kerninflatie wordt stabiel verwacht op het recordpeil van 5.3%.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal