Voorlopig laatste renteverhoging door BoC

De Bank of Canada eindigt haar monetaire verstrakkingscyclus voorlopig op dezelfde manier waarmee ze er 10 maanden geleden aan begon: met een renteverhoging van 25 basispunten. Op acht opeenvolgende vergaderingen trok ze de rente op van 0.25% tot 4.50%, een evenaring van de piek in de cyclus van 2004-2007. Te zeggen dat de markten na die openingszet rekening hielden met een rentepiek van 1.75%!
Gouverneur Macklem en co achten de tijd nu rijp voor een pauze in de rentecyclus. De BoC is de eerste centrale bank binnen de G10 die die stap zet. Ze onttrekt wel nog steeds liquiditeit uit de markt via de actieve verkoop van obligaties uit portefeuille en via de passieve afrol ervan (geen herinvesteringen). Verwacht van de Fed, de ECB of de BoE volgende week niet dat ze de Canadese bocht al zullen volgen. De BoC toont zich in de beleidsverklaring verder bereid tot extra renteverhogingen als aan een dubbele doelstelling wordt voldaan: sterker dan verwachte groei en een trager dan verwachte terugval in inflatie. In de vraag-en-antwoordsessie met de pers pareerde gouverneur Macklem een vraag over een mogelijke renteverlaging later dit jaar - het voorkeurscenario van Canadese geldmarkten (okt23) - : “Veel te vroeg om over na te denken.” De Canadese dollar verloor marginaal terrein na de beleidsbeslissing. De markt speelde op voorhand al in op een pauze. USD/CAD steeg tijdelijk boven 1.34 ten opzichte van 1.3350 voor de beslissing. Het evenwicht tussen beide dollars is tegenwoordig vooral een balans van zwakte. Onze basishypotheses van een moeilijker risicoklimaat de volgende maanden, speelt in principe in het voordeel van de Amerikaanse variant. USD/CAD 1.37 is de eerste technische referentie. Canadese swaprentes daalden zo’n 5 basispunten over de hele curve.
De monetaire pauze komt er om twee redenen. Om te beginnen duurt het een tijdje vooraleer de volle effecten van het restrictieve beleid zich uiten in de reële economie. De snelheid van deze cyclus houdt het risico in dat de centrale bank al te ver is gegaan. Daarom wil ze nu de impact op de binnenlandse groei en op inflatie afwachten. De eerste bewijzen zijn er via een terugval in consumptie, vooral wat betreft grotere gezinsuitgaven, en via een verlies aan momentum op de huizenmarkt. Daarnaast was inflatie iets lager dan gevreesd in het vorige beleidsrapport uit oktober: 6.7% j/j in het laatste kwartaal van 2022 ipv 7.1% j/j. Lagere energieprijzen en vlottere internationale productiekettingen spelen hun rol. Gouverneur Macklem en co verwachten nu een snelle daling richting 3% j/j midden 2023 en een terugkeer naar de 2%-inflatiedoelstelling volgend jaar. Ze merken verder op dat onderliggende kerninflatie de voorbije maanden stabiliseerden rond 5% j/j en verwachten ook hier een daling. Inflatierisico’s blijven wel opwaarts gericht (energie, inflatieverwachtingen van gezinnen, diensteninflatie, loon-prijsspiraal). De Canadese groei was iets sterker dan verwacht eind 2022 (jaarbalans: +3.6% ipv +3.3%). Voor dit en volgend jaar blijft de BBP-voorspelling quasi ongewijzigd op respectievelijk 1% en 1.8%. De Canadese arbeidsmarkt is nog steeds bijzonder krap (werkloosheidsgraad 5%) en werkgevers klagen over de moeilijke zoektocht naar (geschikt) personeel.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal
USD/CAD: loonie verliest amper terrein ondanks pauze in rentecyclus
