Pond krijgt (even?) voordeel van de twijfel
Een opvallende comeback op de wisselmarkten deze week: het pond. De EUR/GBP combinatie viel uit een opwaarts trendkanaal sinds midden april. Dat zorgde voor een stop-loss valversnelling. De breuk in EUR/GBP is minstens deels uiting van de algemene malaise in de euro. De eenheidsmunt komt steeds meer in de greep van de onzekerheid over een verder/volledig toedraaien van de energietoevoer vanuit Rusland. Het hangt als een zwaard van Damocles boven de Europese markten en de euro. Tot vorige week stopte de markt de euro en het pond nog min of meer in dezelfde zak. Is er iets veranderd aan de VK-kant van de vergelijking?
Het ontslag van Premier Johnson misschien? We zijn niet overtuigd. Vooreerst was Johnson’s lot nooit echt een thema voor het pond. Bovendien blijft het koffiedik kijken wat betreft de economische strategie van een nieuwe regering. Gaat die regering de sanering van de begroting opnieuw uitstellen om de koopkrachtcrisis van de Britten te temperen? Zelfs als ze er komen, blijven bijkomende steunmaatregelen een tweesnijdend zwaard. Vraagondersteuning wakkert immers ook de inflatie verder aan en dat is niet wat de Britse economie nodig heeft. Hier heeft de VK een probleem dat zo mogelijk nog groter is dan de EMU. De BoE houdt nu al rekening met een inflatiepiek boven 11% in het najaar.
We moeten de versterking van het pond waarschijnlijk deels bij de markperceptie i.v.m. BoE-beleid (op korte termijn) zoeken. Het inschatten van de BoE-reactiefunctie is geen sinecure. Individuele leden van het beleidscomité hebben vaak een uitgesproken mening en de stemming op de beleidsvergadering draait soms anders uit dan de richtlijn die de tenoren vooraf geven. Toch is de markt overtuigd dat de BoE na 5 verhogingen met 25 basispunten, zal opschalen tot 50 bpn in augustus. In dit verband kreeg de BoE gisteren belangrijke input in de vorm van een maandelijkse enquête die ze afneemt bij KMO’s. Dat rapport (DMP survey) is minder gekend, maar heeft wel veel gewicht in het besluitvormingsproces. Samengevat zegt die survey dat de bedrijven hun kosten steeds meer doorrekenen en ze verwachten dat dit proces nog een hele tijd zal duren. De bedrijven zien de inflatie volgend jaar nog steeds op 7.4% en op 4.0% binnen drie jaar! De inflatieverwachtingen zijn niet meer verankerd. Bovendien gebeurt dit in een context waar de arbeidsmarkt zeer krap blijft.
De markt houdt ondertussen rekening met twee renteverhogingen van 50 basispunten (aug/sept). Twee bijkomende verhogingen met 25 bpn in nov/dec moeten de beleidsrente eind dit jaar op 2.75% brengen. Die eerste stap lijkt verzekerd. De voorbije maanden bleek echter dat er niet veel nodig is om de slinger tussen groei en inflatie binnen de BoE terug in een andere richtingen te laten gaan. Als de Britse groei in de tweede jaarhelft tot stilstand komt of zelfs negatief wordt, kan er opnieuw twijfel ontstaan de reactiefunctie van de BoE.
In het aanloop naar de BoE-vergadering van augustus kan het GBP-momentum positief blijven. EUR/GBP 0.8393 is een eerste steun. Het dieptepunt van april (0.825) is een volgende referentie. Zelfs als de Europese groei-onzekerheid aanhoudt, zien we weinig redenen waarom het pond beneden dat niveau zou moeten versterken. Het pond doet het trouwens zelden goed in een negatief algemeen risicoklimaat.