Dollar zet opkomende landen onder druk
“Indische roepie zakt naar laagste niveau ooit”. Een klein artikel in de financiële pers zorgde vanmorgen voor inspiratie. Niet alleen de roepie, maar heel wat andere munten van opkomende economieën staan de afgelopen maanden onder een neerwaartse druk. De Turkse lira spant – net zoals vorig jaar – opnieuw de kroon met voorlopige jaarverliezen die oplopen tot 25% ten opzichte van de dollar. De Chinese yuan en de Indonesische roepia, bijvoorbeeld, staan op dit moment respectievelijk 5% en 4% in de min.
Het is een wederkerend fenomeen. Periodes van monetaire stimulering door de geavanceerde economieën, met de Verenigde Staten op kop, brengen een zoektocht naar rendement teweeg. Die leidt investeerders dikwijls naar de iets meer exotische uithoeken van de wereld. Het rendement op activa is er hoger en dus aantrekkelijker. De economische risico’s zijn er uiteraard groter maar beleggers zijn op dat moment in de cyclus bereid die te nemen. Als de Fed en consoorten monetair op de rem (gaan) staan, trekt de omgekeerde beweging op gang. Kernrentes lopen op waardoor de dollar en (quasi-risicovrije) investeringsalternatieven plots een pak interessanter ogen in vergelijking met het aanbod elders. Dat proces zorgt vaak voor economische en financiële turbulentie in opkomende economieën, vooral in landen met zwakke fundamenten zoals een hoge, dikwijls in dollar gefinancierde schuldenberg en/of een wankele externe positie. Het IMF waarschuwde daar eerder dit jaar in tempore non suspecto nog voor en maande aan tot actie. De context vandaag maakt het probleem op verschillende manieren nog acuter.
Zo is er de historisch hoge inflatie. Die noopt de Fed tot een pijlsnelle verstrakking van het beleid. Dit agressief optreden is een grote stijlbreuk. Opstoten van volatiliteit en risicoaversie zijn regel eerder dan uitzondering en zijn een bijkomend kanaal voor dollarversteviging/ depreciërende wisselkoersen in opkomende economieën. Dit laatste bezorgt de centrale banken kopzorgen omdat het de al scherpe inflatie voort aanwakkert.
De wereldhandel brokkelt af. Die trend versnelde nog sinds de pandemie, onder meer omdat bedrijven de aanvoerlijnen willen beschermen. Dat is slecht nieuws voor opkomende landen die doorgaans open economieën zijn en op de exportinkomsten rekenen. De handel staat bovendien onder druk van de Amerikaanse munt. Heel wat contracten wereldwijd noteren in USD. Een sterke dollar houdt voor elke niet-gebruiker een koopkrachtverlies in met minder vraag als gevolg. De energie-importeurs onder hen staan voor een dubbele klap. De snelle prijsstijging tijdens het post-coronaherstel ging crescendo na de Russische invasie eind februari.
De overheden van opkomende economieën voelen eveneens de hete adem van de dollar in de nek. Velen van hen financierden zich destijds in dollar omwille van de interessantere rentetarieven, zeker in vergelijking met de lokale financieringskosten. Maar aan die verplichtingen voldoen wordt steeds minder evident op bij een aanhoudend sterke USD. Die overheden, zowel de fiscale als de monetaire, gaan een moeilijke periode tegemoet. Is een herhaling van de jaren 80 in de maak?