New kid on the block – LIMI inflatie voor de eurozone
Inflatie in de eurozone steeg in mei naar een nieuw record van 8,1%, terwijl kerninflatie meesteeg naar 3,8%. Cijfers die niet alleen financiële markten maar ook – en voor de zoveelste keer – de ECB verrasten. Maar hoeveel bedraagt de binnenlandse inflatie nu écht? Een moeilijke maar belangrijke vraag, die voorlopig onbeantwoord blijft. Immers, zoals tot vervelens toe herhaald, maakt het wel degelijk uit voor het monetaire beleid of die inflatie ‘binnenlands’ werd gegenereerd ofwel werd ingevoerd. In het eerste geval is een stevige monetaire verstrakking mogelijk gepast en effectief, in het andere geval veel minder.
Vandaar dat centrale banken in hun evaluatie van de inflatieontwikkelingen verschillende maatstaven bekijken. Headline inflatie blijft de doelvariabele maar wordt geflankeerd door andere inflatiematen die trachten een aantal verstorende factoren te filteren. Kerninflatie, bijvoorbeeld, verwijdert de meest volatiele componenten (voedsel, alcohol en energie) uit de inflatiekorf om een beter beeld te krijgen van de onderliggende (structurele) inflatie. Andere inflatiecorrecties worden ook gehanteerd, zoals kijken naar de mediaaninflatie of het uitsluiten van goederen en diensten met de meest extreme prijsbewegingen.
Geen enkele van die inflatiemaatstaven meet echter de puur binnenlands gecreëerde prijsdruk. Immers, of men nu kijkt naar headline inflatie of kerninflatie meet, men kan niet om het feit heen dat in elke dienst of goed wel een deel invoer zit (bv. in de vorm van energie of onderdelen of bijgeleverde diensten).
Enter de LIMI. Deze week publiceerde de ECB een nieuwe studie waarin ze een eerste poging doet om de puur binnenlandse (euro-) inflatiecomponent benaderend te meten aan de hand van de zogenoemde Low Import Intensity Inflation (LIMI) indicator. In de LIMI korf worden alleen goederen en diensten weerhouden die een zeer lage invoerintensiteit hebben (d.w.z. voor minder dan 18%). Het verbaast dan ook niet dat diensten overwogen en goederen onderwogen zijn in deze maatstaf. De meeste goederen, voedsel en energie kennen immers een hoge invoercomponent. De ECB bande ook diensten zoals transport of internationale reizen.
De LIMI indicator bevestigt de vrees dat inflatie niet langer alleen het resultaat is van ingevoerde inflatie. De ECB berekende dat de LIMI inflatie nu tussen 3% en 3,5% bedraagt (zie figuur). Dit bevestigt enerzijds dat een belangrijk deel van de headline inflatie ingevoerde inflatie is. Anderzijds bevestigt deze studie ook dat sinds het midden van 2021 binnenlandse inflatie sterk oploopt en veralgemeent en nu duidelijk bóven de ECB-inflatiedoelstelling staat. Voor binnenlands gegenereerde inflatie zou de beleidsonzekerheid minder groot moeten zijn, zeker als ze vraag-gedreven is. Een verkrapping van het monetair beleid is wel degelijk effectief tegen dit type van inflatie. Een reden te meer voor de ECB om de aangekondigde beleidsnormalisering daadkrachtig door te zetten.
Hans Dewachter, KBC Group Chief Economist