Dollar bereikt nieuwe hersteltop
Amper een week na de grote misleiding door de Bank of England en Fed-voorzitter Powell’s poging om de aandacht af te leiden naar de arbeidsmarkt, voert inflatie al opnieuw het hoge woord. De Amerikaanse inflatie steeg in oktober meer dan verwacht: 6.2% op jaarbasis voor het hoofdinflatiecijfer en 4.6% voor de onderliggende kerninflatie. Voor beide reeksen gaat het om de hoogste niveaus sinds begin jaren ’90, ver boven de (symmetrische) 2%-inflatiedoelstelling van de Fed.
Centrale bankiers mogen zeggen wat ze willen, de markt trekt haar conclusies. Korte rentes veerden tot 10 basispunten op voor de VS, maar ook de Britse en Europese rentes noteren weer hoger. De Amerikaanse 2-jaarsrente stijgt boven 0.50% uit. Geldmarktrentes verdisconteren een eerste renteverhoging door de Fed quasi onmiddellijk na de geplande afbouw van de netto obligatie-aankopen (juni 2022). Tegen eind 2022 twijfelt de markt zelfs al tussen een totaal van twee of drie renteverhogingen. Het lange eind van de Amerikaanse rentecurve steeg, in iets mindere mate, richting 1.6% (10j). De beweging aan het lange eind blijft ingegeven door hogere inflatieverwachtingen. In de VS begeven we ons richting 3%. De reële rentecomponent blijft ondanks de beweging aan het korte eind van de curve rond het absolute dieptepunt van -1.20%. Too little, too late wat de Fed betreft. Daarnaast suggereren die niveaus dat het omslagpunt is bereikt, waar hogere inflatie nefast wordt voor de toekomstige groei. Het consumentenvertrouwen van de Universiteit van Michigan daalde in november bijvoorbeeld tot het laagste niveau sinds eind 2011. De hoofdreden? Juist ja… In peilingen rond het beleid van Amerikaanse president Biden krijgt hij hoe langer hoe meer de zwarte piet van het inflatieprobleem doorgeschoven. Wordt de president op die manier bondgenoot van de (rente)markten? De aanstellingsprocedure van enkele vacante zitjes in de raad van bestuur van de Fed kan richtinggevend zijn.
Op de wisselmarkt hield de spreidstand tussen lage reële rente en oplopenede inflatieverwachtingen de dollar lange tijd in het gareel. De explosieve kortetermijnrentesteun tilde de balans opnieuw in het voordeel van de greenback. In één ruk ging het van EUR/USD 1.1550 richting een nieuw correctief dieptepunt beneden 1.1450. Een bevestigde breuk beneden 1.15 effent het pad vanuit technisch oogpunt richting 1.1290, het 62%-herstelniveau op de EUR/USD-rally van 2020. Zonder steun van de reële rentekant van het verhaal zal de dollar de winst vermoedelijk opnieuw eerder moeizaam uitdiepen. Toch blijft een zwakkere EUR/USD-koers de weg van de minste weerstand, zeker omdat de ECB het inflatiedaglicht nog feller ontkent dan de Fed of in mindere mate de Bank of England.
Wat het VK betreft krijgen we deze week de belangrijkste maandelijkse cijfers voor de kiezen. Vooral het arbeidsmarktrapport (morgen) en de inflatie (woensdag) worden cruciaal. We vermoeden dat het pond weinig nodig heeft om verwachtingen omtrent de start van een opwaartse rentecyclus in december nieuw leven in te blazen.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal