“Verrassing”: de CNB verrast
Verrassen kunnen ze als de besten, die Tsjechen. Vorige week trok de Tsjechische centrale bank (CNB) de rente met 75 basispunten op tot 5,75%. De verwachting was voor een naar Tsjechische normen meer gematigde stap van 50 bpn. Dat suggereerden trouwens ook CNB-gouverneur Rusnok en zijn rechterhand Niedetzky tijdens hun meest recente publieke optredens.
De CNB week in de uiteindelijke beleidsbeslissing wel al vaker af van die, weliswaar onofficiële, communicatie. Maar dat ze zich deze keer liet bijstaan niet door één, maar twee macro-economische scenario’s is een pak zeldzamer. In het basisscenario versnelt inflatie gevoelig meer dan wat ze in februari neerpende. Prijzen kunnen in juni tot 15% stijgen. Maar Tsjechische inflatiecijfers van deze morgen steken de CNB nu al rechts voorbij. In april klom het gemiddelde prijspeil met 14,2% tegenover de 13,8% die de centrale bank vorige week voorspelde. Het is de scherpste stijging sinds de opdeling van de republiek Tsjecho-Slovakije in twee individuele landen in 1993. Het duurt tot in de tweede jaarhelft van 2023 vooraleer de doelstelling (2% +/- 1 ppt marge) opnieuw bereikt wordt. Behalve van kalmerende grondstofprijzen en herstellende productiekettingen, is dit het verhoopte resultaat van een voldoende afgekoelde binnenlandse economie en arbeidsmarkt. Maar daarvoor moet de beleidsrente, althans volgens het model, aan het eind van dit kwartaal 8%+ bedragen. Zo’n agressieve rentezetting is een mathematisch gevolg van de korte CNB-beleidshorizon: amper één jaar. De economie betaalt daar een stevige prijs voor onder de vorm van een krimp in de tweede jaarhelft. Dat maakt zelfs de meest uitgesproken haviken ongemakkelijk. In het alternatieve scenario verlengt de CNB die beleidshorizon met één à twee kwartalen. De uiteindelijke beleidsrente hoeft dan niet veel hoger meer (<6%) om inflatie richting doelstelling te herleiden, zij het pas in 2024. Het scenario veronderstelt wel dat ook in dit geval de inflatieverwachtingen verankerd blijven. En daar heeft de CNB ernstige twijfels bij. Ze verhoogde de rente daarom meer dan de modelmatige suggestie.
De CNB koos voor een middenweg. Het is atypisch voor de notoir orthodoxe centrale bank maar kenmerkend voor de context waar vele andere centrale banken mee worstelen: hoge inflatie en afzwakkende groei. Het vertaalde zich in een opmerkelijke wijziging van de inflatierisico’s: die zijn niet langer enkel opwaarts georiënteerd. Voorlopig neemt de centrale bank zich wel nog steeds voor om de rente voort te verhogen.
Sinds de beleidsvergadering tot en met vandaag trokken de Tsjechische geldmarktrentes aanzienlijk hoger. Aan het heel korte eind (< 1 jaar) spreken we over 75 bpn. De Tsjechische rentecyclus is kortbij maar nog niet op z’n einde. We verwachten nog een laatste renteverhoging in juni van 25 bpn met duidelijke risico’s voor meer. Economisch omwille van de inflatie, maar ook tactisch omdat gouverneur Rusnok in juni afzwaait. In de wandelgangen circuleerde vorige week de naam Ales Michl als zijn opvolger. Michl staat te boek als een grote monetaire duif. Die geruchten beïnvloedden de Tsjechische rentes nauwelijks tot niet. Het zorgde, in combinatie met de risk-off, wel voor een scherpe herpositionering in de Tsjechische kroon. EUR/CZK trok van 24,58 tot voorbij 25. We blijven niettemin constructief over de kroon. De CNB-rentesteun dient als mooie buffer in het huidige onzekere klimaat.