Beleidswijzigingen op til voor Turkije
Tegen de richting van de eerste peilingen in, kreeg - voor het eerst in twee stemrondes - zittend president Erdogan opnieuw een meerderheid van de stemmen in de recente presidentsverkiezingen. Toch zijn er redenen om aan te nemen dat de economisch beleidskoers van de voorbije jaren bijgesteld zal worden. Deze verandering is belangrijk, maar mogelijk onvoldoende. Eerst zien en dan geloven.
Inflatie, muntcrisis en internationale reserves
De nood aan een beleidsaanpassing is dan ook groot in Turkije. Het land bevindt zich al geruime tijd in een onhoudbare situatie waarbij de rentevoeten laag gehouden (of zelfs verlaagd) worden ondanks torenhoge inflatie. De opeenvolgende beleidsfouten hebben buitenlands (en binnenlands) kapitaal weggejaagd uit Turkije, waardoor de Turkse lira onder stevige neerwaartse druk is komen te staan. Pogingen van de centrale bank om de munt te ondersteunen en het tekort op de lopende rekening te financieren hebben geleid tot een steile en op termijn onhoudbare daling van de FX reserves.
Kabinet grondig geschud
Net na de herverkiezing benadrukte president Erdogan dat hij zijn onorthodoxe beleid wil verderzetten. Het voorbije weekend maakten de zorgen over de economische toekomst van Turkije evenwel plaats voor een kleine dosis optimisme. Veel heeft te maken met de keuzes van president Erdogan bij de samenstelling van zijn kabinet. De president koos ervoor om zijn kabinet grondig door elkaar te schudden en slechts twee ministers uit zijn vorige kabinet aan te houden. Dit heeft veel te maken met de nipte overwinning die Erdogan haalde in vergelijking met vorige verkiezingen en de aankomende verkiezingsstrijd in Ankara en Istanboel, twee steden waar de oppositie won in de vorige lokale verkiezingen.
Terugkeer naar “rationeel” economisch beleid
De keuze voor Mehmet Şimşek als nieuwe minister van financiën is een van de meest in het oog springende benoemingen. Şimşek is een ervaren politicus, gekend voor zijn marktvriendelijk beleid. Kort na zijn aanstelling liet de minister verstaan dat hij Turkije terug wil brengen naar een “rationele” basis en dat macro-financiële stabiliteit prioriteit is. Dit doet velen hopen dat het Turks beleid opnieuw meer orthodox zal worden de komende jaren. In een eerste stap betekent dit minder wisselmarktinterventies. Dat verklaart de huidige verdere daling van de Turkse munt. Volgen in tweede instantie ook hogere beleidsrentes? Hier is het afwachten of president Erdogan zijn aloude tegenkanting laat varen. De vervanging van de uitgesproken anti-westerse Süleyman Soylu als minister van binnenlandse zaken doet dan weer de hoop op een betere verstandhouding met het westen opleven.
Voorzichtigheid blijft geboden
Het nieuwe kabinet doet weliswaar vermoeden dat er een koerswijziging op komst is in Turkije maar het is overmoedig en gevaarlijk om nu al grote conclusies te trekken over de omvang en de economische impact ervan. Een drastische omkeer van het beleid is immers onwaarschijnlijk zolang president Erdogan aan het roer staat.