Een week van uiteenlopende topics
De markten bleven donderdag en vrijdag open. Het sentiment was opvallend constructief, onder het adagio ‘weinig nieuws, goed nieuws’. Het marktoptimisme werd naar verluidt ondersteund door de constructieve sfeer bij de onderhandelingen om de patstelling i.v.m. het Amerikaanse schuldenplafond te ontmijnen. Naar onze mening zegt dat meer over het marktsentiment dan over de status van de onderhandelingen. Tot nader bericht is er nog geen akkoord. En verder, ging de markt er voordien écht van uit dat er geen ‘last-minute’ akkoord zou komen? Met verschillende beursindices kort bij de toppen van 2023 is dat hoogst twijfelachtig.
Hoe dan ook, de rentes nemen verder afstand van de recente dieptepunten. De Amerikaanse 2-j rente die tijdens de paniek omtrent Silicon Valley Bank (SVB) even 3.60% testte noteert opnieuw nabij 4.25%. De 10-j vatte ook boven de kaap van 3.50% post. Fed-gouverneurs blijven verdeeld of er in juni al of niet een rentepauze komt. De markt denk nog steeds van wel, maar heeft de timing van een mogelijk eerste Fed-renteverlaging (waartegen de Fed tegengas blijft geven) wel achteruit geduwd van september naar november. Naar onze mening nog (veel) te vroeg. Toch komen blijkbaar ook zij die vrezen voor een groeivertraging/recessie later dit jaar tot de conclusie dat de recente data de Fed weinig aanleiding geven om de economie snel ter hulp te komen, zeker in een context waar de inflatie nog ver boven de 2.0%-doelstelling blijft. Voor de EMU houdt de markt vast aan de ‘werkhypothese’ dat de ECB de rente nog twee keer zal optrekken (depositorente tot 3.75%). Voorzitster Lagarde herhaalde dit weekend dat de ECB niet aan een rentepauze toe is, maar zei niets over het eindpunt van de cyclus. Markten hoeven hun afwachtende houding dus ook hier niet onmiddellijk bij te sturen. De vraag of vooral de (kern)inflatie het gat tussen pakweg 3-4% en de 2%-doelstelling snel en blijvend kan dichtfietsen, volgt mogelijk pas na de vakantie. Ondertussen kunnen de rentes nog enige tijd afwachtend op en neer dobberen binnen het bestaande consolidatiepatroon.
Wat krijgen we deze week voorgeschoteld? De onderhandelingen over de schuldplafond blijven een stoorzender. Daarnaast verdient vooral het PMI-vertrouwen (zowel in de VS als Europa) aandacht (morgen). De financiële turbulentie in maart liet vorige maand alvast weinig sporen na. Als de verwachtingen voor de VS en Europa uitkomen (beide verwacht op 53.5) is er weinig reden om de recessie-speculatie nu al opnieuw aan te wakkeren. Vrijdag kijken we ook met meer dan gemiddelde aandacht naar de PCE-deflator in de VS, de inflatiemaatstaf van de Fed. Een maanddynamiek van 0.3% is lager dan de recente toppen maar blijft te veel om linea recta terug te keren richting 2.0%.
In het VK zijn de inflatiecijfers woensdag de blikvanger. De BoE hoopt op een forse daling (consensus 0.8% M/M en 8.2% J/J van 10.1%, kern stabiel op 6.2%). Zeker bij een iets grotere terugval kan debat over een rentepauze door de BoE opnieuw oplaaien. Dat kan het recent relatief sterke momentum van het pond temperen. Voorwaarde blijft natuurlijk dat de Britse inflatie eindelijk eens ‘echt’ lager gaat, iets wat de voorbije maanden niet lukte. Tenslotte houden we ook een blik op de Reserve Bank of New Zealand (RBNZ) en de Hongaarse centrale bank (MNB). De eerste trekt de rente naar verwachting verder op van 5.25% tot 5.50% maar mogelijk is ook dat nog niet het einde van de cyclus. De MNB maakt waarschijnlijk gebruik van de sterke forint om een eerste stap te zetten in de afbouw van de 18% noodrente.