Een week om naar uit te kijken…
Na een nieuwsarme week met vooral ordergedreven handel, komen we deze week ogen tekort met een mix aan cruciale economische data en rentebeslissingen van de grote drie.
Eerst de cijfers. In de VS krijgen we de traditionele reeksen aan het begin van de maand, met het ISM-bedrijfsvertrouwen (verwerkende nijverheid woensdag, dienstensector vrijdag) en de onvermijdelijke payrolls vrijdag. Vorige maand leverde dat tegenstrijdige signalen op. Na de verwerkende nijverheid, dook ook de indicator uit de dienstensector onverwacht beneden 50. In theorie wijst dat op negatieve groei in de VS, al was de duik in de dienstensector mogelijk een iets te grote uitschuiver. Anderzijds blijft de arbeidsmarkt (zeer) sterk. Tewerkstelling is een ‘achteroplopende’ variabele in de economische cyclus, maar voor de Fed blijft de krappe arbeidsmarkt, met risico’s op versnelde loonstijgingen, cruciaal bij de inschatting van het inflatieparcours. Er wordt opnieuw een jobgroei van kortbij 200k verwacht. We hebben een economisch kip-of-eiprobleem. Trekt de groeivertraging de tewerkstelling omlaag of houdt de arbeidsmarkt de binnenlandse vraag overeind? De ECB krijgt voor de rentebeslissing donderdag nog een laatste reality-check met het EMU BBP voor het vierde kwartaal (morgen) en januari-inflatiecijfers (woensdag). Een groeikrimp vermijden wordt moeilijk na Duitse cijfers vanochtend (-0.2% kw/kw). De inflatieafkoeling verloopt tot nu, ondanks de dalende energieprijzen, tergend traag. Een eerste schatting van de Spaanse inflatie voor januari (5.8% kern en algemeen) was alvast aanzienlijk hoger dan verwacht en illustreert dat de recente afkoeling geen garantie is voor wat volgt. Woensdag worden de januaricijfers voor de euro zone gepubliceerd.
Wat de data ook moge zijn, de ECB heeft weinig reden om haar aanpak van december bij te sturen. De herwonnen inflatiegeloofwaardigheid (de markt verwacht de ECB rentetop tussen 3.25% en 3.5%) helpt de ECB in haar anti-inflatiecampagne. In dit verband bleek uit de notulen van de vorige vergadering dat de ECB niet is opgezet met de soepelere marktcondities die het gevolg zijn van lagere lange rentes, vernauwende kredietspreads en hogere beurzen.Toegegeven de sterkere euro helpt een beetje. 50 basispunten nu met een stevig voorschot op eenzelfde stap in maart is een minimum.
We konden het ons pakweg een half jaar geleden niet voorstellen, maar de Fed heeft op dit ogenblik (nog) meer moeite om de markt op de gewenste koers te krijgen dan de ECB. Na de inflatieafkoeling en minder uitbundige activiteitsdata concludeerde de markt dat de Fed de rente niet boven 5% zal (kunnen/moeten) verhogen en vooral dat ze in de tweede jaarhelft de rente al zal verlagen. Dat laatste wordt door de Fed unisono tegengesproken. De markt is er ook zeker van dat de Fed woensdag het tempo van de renteverhogingen zal vertragen van 50 tot 25 bpn. Gezien de recente Fed-communicatie is dat begrijpelijk. Anderzijds blijft vertragen, maar tegelijk de markt overtuigen dat er niets verandert aan het 5%+ eindstation een immense communicatie-uitdaging voor voorzitter Powell. Alsnog een onverwachte laatste stap van 50 bpn is waarschijnlijk een kortere weg om de markten meer in lijn te brengen met het Fed-scenario en de ongewenste versoepeling van de monetaire condities in te dijken. Normaal 25 bpn dus woensdagavond, maar….