IMF bezorgd over structureel lagere economische groei
Gisteren trapte het IMF haar lentebijeenkomst af met zijn halfjaarlijkse Global Financial Stability Report (GFSR) en World Economic Outlook (WEO). Slecht nieuws vanuit 1900, Pennsylvania Avenue, Washington: toenemende risico’s op een harde landing en groeivooruitzichten op middellange termijn op recordlaagte.
Ergste crisisscenario’s vermeden…
In lijn met de januari-update verwacht het IMF een geleidelijk, maar hobbelig, herstel uit de crisis, waarbij vooral de Aziatische groeimotor de globale economie ondersteunt. De heropening van de Chinese economie en sterke groei in Indië zijn daarbij sterkhouders. Voor geavanceerde economieën blijven de naschokken van de vorige crisissen nog sterk doorwerken, met lage(re) groei in Eurozone (0,8%) en de VS (1,6%) als gevolg. Cijfers die in lijn liggen met de nieuwe KBC-vooruitzichten, die nu vrijdag worden gepubliceerd. Het IMF ziet bovendien de hoofdinflatie verder dalen, maar kijkt bezorgd naar de ontwikkelingen in de onderliggende structurele inflatie. Persistente kerninflatie houdt de inflatie dit en volgend jaar ruim boven de doelstellingen van de centrale banken. Voor de VS raamt het IMF de gemiddelde inflatie in 2023 op 4.5%, terwijl de eurozone afstevent op een jaargemiddelde inflatie van 5.3%. Centrale banken worden aangemoedigd om de teugels niet te snel te laten vieren en koers te houden, maar ook om klaar te staan om overtuigend in te grijpen in geval van nieuwe financiële onrust.
Het IMF luidt ook de alarmbel over de groeivooruitzichten op langere termijn. Deze staan op het laagste niveau in meer dan 15 jaar. De gemiddelde groei over een vijfjaarsperiode van de wereldeconomie bedraagt nu slechts 3%, een laagterecord. Ter vergelijking, vóór de grote financiële crisis rekende men op een gemiddelde groei van 4,8%. Die groeivertraging is bovendien wijdverspreid: gemiddelde groei in de VS om en bij 1,8 %, in de eurozone rond 1,4 % en in China ‘slechts’ 4,2 % na jaren van catch-up groei boven 8% (zie figuur 1).
Geo-economische fragmentatie
En daarmee komt de focus weer te liggen op de zogenoemde scarring van de economie als gevolg van de uitzonderlijke reeks crisissen en structurele groeiremmers. Crisis na crisis zwakt het groeipotentieel van de wereldeconomie af. Zo wijst het IMF naar de negatieve impact van de toenemende geo-economische fragmentatie. De pandemie en de energiecrisis hebben immers de afhankelijkheid van globale waarde- en aanvoerketens pijnlijk blootgelegd en geleid tot een bijsturing in het economisch beleid (bv. IRA in de VS of het Green Deal Industrial Plan in de EU). Friend- en nearshoring zijn, zo blijkt uit een zeer overtuigende en gedetailleerde analyse van het IMF, geen lege begrippen, maar worden daadwerkelijk in de praktijk omgezet. Internationale investeringsstromen volgen in toenemende mate geopolitieke breuklijnen, richting meer bevriende naties; in sde huidige geopolitieke context in de eerste plaats ten koste van nieuwe investeringen van en naar China. Maar meer algemeen ook ten koste van efficiëntiewinsten en de structurele groei van de wereldeconomie.