NBP kijkt toe vanaf de zijlijn
We blikken vandaag even terug op de Poolse rentebeslissing van afgelopen woensdag. Het was een van de zeldzame gebeurtenissen die deze week kleur gaven, ook al was dat niet veel meer dan enkele grijstinten.
De Poolse centrale bank (NBP) hield vast aan het status quo dat sinds oktober dit jaar in voege is. Ze trok de beleidsrente toen met 25 bpn op tot 6,75% en dat bleef woensdag zo. Binnen de NBP winnen de monetaire duiven opnieuw aan invloed. Zij even prioriteit aan het ondersteunen van de groei boven inflatiebestrijding. Dat was nog niet zo lang geleden anders., maar door het verzwakkend economisch momentum verschuiven de interne machtsverhoudingen. Het Pools bbp groeide het vorige kwartaal wel met 0,9% kw/kw maar maakt daarmee de forser dan verwachte krimp van kw2 (-2,3%) niet volledig ongedaan. De jaardynamiek vertraagde van 5,8% naar 3,5%. De NBP voorspelt voor de komende maanden een verdere afkoeling. Ze blijft wel positief over de arbeidsmarkt. De werkloosheidsgraad (5,1%) flirt met de laagste niveaus sinds de jaren 90 terwijl de lonen op jaarbasis stijgen aan een tempo dat de jaren 2000 evenaart.
Die forse loongroei beschermt de koopkracht van de Poolse burger en is daarmee minstens deel van het inflatieprobleem. Die zette vorige maand weliswaar een onverwacht stapje terug. Toch bevindt ze zich met 17,4% ver boven de doelstelling van 2,5% (met een toegelaten afwijking van 1 ppt). Bedrijven zijn in staat om de opgelopen kosten, onder meer gevolg van de aanbodproblemen en de grondstof- en energieprijsstijgingen, relatief makkelijk door te rekenen aan de eindconsument. Dit blijft uiteraard niet eeuwig duren. Gecorrigeerd voor inflatie vertraagt de (reële) omzetgroei in de Poolse kleinhandel al een tijdje. In oktober was die nog maar nipt positief.
Hoewel inflatie vorige maand dus terugviel, hield NBP-gouverneur Glapinski tijdens de persconferentie voorlopig nog vast aan de novemberprognoses. Die gaan uit van een versnelde prijsstijging tot begin 2023. Vanaf eind kw1 treedt er een snelle daling op dankzij beterschap in de externe drijfveren (aanvoerkettingen, grondstoffen) en een binnenlandse groeivertraging als gevolg van de geleverde monetaire inspanningen. Warschau bereikt de doelstelling naar eigen zeggen wellicht niet voor 2025. Dit vraagt om een voldoende strak monetair beleid voor een langere periode. Glapinski hield tijdens de persconferentie zelfs nog een slag om de arm en sloot verdere renteverhogingen niet uit in geval van nog meer hardnekkige inflatie.
Daar gelooft de markt niets van en we geven ze, het DNA van de Poolse centrale bank indachtig, geen ongelijk. Poolse geldmarkten zijn momenteel in de ban van exact het tegenovergestelde. Ze zien ruimte voor renteverlagingen vanaf de tweede jaarhelft van 2023. Daar veranderde na de NBP-beleidsvergadering – Glapinski’s opmerkingen ten spijt –weinig aan. KBC Economics zit op dezelfde lijn. De NBP blijft lichtjes gefrustreerd over de relatief zwakke munt. Een sterkere zloty helpt in de strijd tegen inflatie maar die komt er kennelijk niet vanzelf. Er waren met de overheid gecoördineerde liquiditeitsverkrappende acties nodig voor een versteviging van EUR/PLN 4,90 midden oktober tot 4,68 vandaag. Dit is een belangrijke technische steunzone (zloty-weerstand). Het feit dat die overeind blijft, zelfs met de aanzienlijke correctie in kernrentes (VS, Europa) toont dat een breuk lager niet evident wordt.