Technisch beeld omarmt het nieuwe tijdperk
Het wordt dit jaar stilaan een routine in deze katern: een wekelijkse stand van zaken op de rentemarkt. Vorige week stond Fed voorzitter Powell’s toespraak voor de National Association for Business Economics centraal. Ze luidde een tussentijdse versnelling op de rentemarkt in. Nu ja, “tussentijds” blijkt een even rekbaar begrip te zijn als “tijdelijk”.
De kern van de zaak is voor iedereen ondertussen duidelijk. De lang uitgesponnen Covid-pandemie legde de zwaktes van het just-in-time productieproces bloot. Ze maakte een einde aan de decennialange globalisatietrend en haar disinflatoire gevolgen. Inhaalvraag en materiaalschaarste vertaalden zich in oplopende prijsdruk. De groene transitie liet zo al haar sporen na op de energiefactuur en de Russische invasie in Oekraïne vergroot de problematiek. Voedselinflatie is/wordt het volgende wat we voorgeschoteld krijgen.
Centrale bankiers voerden te lang een te soepel monetair beleid. Het was in Europa ook al het geval na de schuldencrisis. Het wordt een race tegen de klok om het inflatieprobleem het hoofd te bieden vooraleer de groei het begeeft. Dat laatste is slechts een kwestie van timing. Inflatie vreet aan het beschikbare inkomen van gezinnen en tempert de investeringsdrang van bedrijven. Zolang de arbeidsmarkt niet bezwijkt hebben centrale bankiers zeker ruimte om het monetaire beleid te verstrakken. Ze gebruiken die window of opportunity beter optimaal. Overheden zullen in tegenstelling tot een decennium geleden niet onmiddellijk fiscaal op de rem gaan staan.
In de VS verhoogde de Fed de beleidsrente in maart met 25 basispunten. De volgende maanden zijn grotere bewegingen aan de orde, aangevuld met een afbouw van de balans. Op de rem gaan staan heet dat dan. Vanochtend staat voor het eerst 3% op de geldmarktrenteschermen. 3% als in de verwachte beleidsrentepiek in juni volgend jaar. De markt slaat de waarschuwingen van de Fed-gouverneurs vorige week niet in de wind en schuift op. De marsrichting blijft dezelfde: een hogere piek die we alsmaar sneller zullen bereiken. Voor het eerst sinds 2007 zijn we op weg naar een restrictief monetair beleid waarbij de beleidsrente hoger wordt dan de theoretische evenwichtsrente bij maximale tewerkstelling en prijsstabiliteit in de vorm van 2% inflatie.
De Amerikaanse rentes stegen sinds vrijdagochtend met zo’n 25 basispunten voor looptijden van 2 tot 5 jaar. Op het 10-jarige segment kwamen er 13 basispunten bij. Tussen 3 en 7 jaar is de rentecurve nu nagenoeg vlak rond 2.6%. Over de voorspellende kracht van de rentecurve komen we later terug. Spoiler alert: het betreft geen happy ending. De 10-j rente is iets lager, maar stijgt voor het eerst sinds het voorjaar van 2019 boven 2.5% uit. De technische fetisjisten verlekkeren zich aan het zeer lange termijn beeld. De 10-j rente bevindt zich sinds begin jaren ’90 in een geleidelijk dalend trendkanaal. Zet de Amerikaanse rentebeweging zich hoger voort richting 3%, ons voorkeurscenario, dan eindigt die trend en past het technische plaatje met het onderliggende fundamentele beeld van een nieuw inflatietijdperk.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal