Spaanse premier gooit handdoek in de ring
De Spaanse eerste minister Pedro Sánchez gooide afgelopen vrijdag de handdoek in de ring. Sánchez staat (stond) aan het hoofd van een socialistische minderheidsregering die rekende op gedoogsteun van onder meer het links-radicale Podemos en de Catalaanse partijen. Die laatsten weigerden evenwel goedkeuring van de jaarbegroting voor 2019. Het proces van 12 Catalaanse functionarissen in het kader van het onafhankelijkheidsstreven, was daar zeker niet vreemd aan. Het incident legde de precaire situatie en het onvermogen om te regeren pijnlijk bloot. Daarop riep Sánchez nieuwe verkiezingen uit. De stembusslag vindt al plaats op 28 april. Wat mogen we verwachten?
Een blik op de politieke constellatie in Andalusië loont de moeite. De regio in het uiterste zuiden van Spanje hield eind 2018 verkiezingen. Begin januari draaiden onderhandelingen uit op het einde van 40 jaar links bestuur. De Partido Popular (PP) vormt een centrumrechtse regering met de liberalen van Ciudadanos. De gedoogsteun van het uiterst rechtse Vox, die uit het niets 12 zetels binnensleepte, compenseert het meerderheidstekort (8 zetels).
Een recente poll duidt het Andalusisch politiek bestel aan als meest waarschijnlijke formatie ook op nationaal niveau. De combinatie komt voorlopig slechts drie zetels te kort. Een regering tussen de Socialisten en Podemos blijkt niet haalbaar. Het tekort zou vandaag 176 zetels bedragen. Dat komt vooral omdat de Spaanse kiezer het (extreem)linkse Podemos even links laat liggen. Een coalitie tussen de socialisten van Sánchez en Rivera’s PP levert wel een meerderheid op maar die optie haalde Rivera vorige week al van tafel. De twee houden er een te verschillende mening over de Catalaanse kwestie op na.
De (verwachte) ruk naar rechts is geen uitzonderlijk Spaans geval. De golf rolt al even over heel Europa. Frankrijk stond in 2017 in de schijnwerpers toen Marine Le Pen (Front National) een reële kans maakte op het presidentschap. De PVV van Geert Wilders werd eerder dat jaar de 2e grootste partij. Italië en Duitsland maakten vorig jaar kennis met (uiterst) rechts (Lega, AfD). Het is niet onwaarschijnlijk dat ook de Spaanse Vox straks de opstoot van Spaans nationalisme (stijgende immigratie, Catalaans onafhankelijkheidsstreven) verzilvert.
De markt verhinderde in Q12017 een herstel van de euro uit vrees voor een Franse politieke aardverschuiving die er uiteindelijk niet kwam. Die vond vorig jaar in Italië wel plaats. De kredietrisicopremie (renteverschil t.o.v. de veilig geachte Duitse rente) liep er fors op en de euro stond onder druk. Maar de impact van de Spaanse politieke onzekerheid blijft voorlopig zeer miniem. Een echte opmars van politieke extremen zoals in Frankrijk en Italië, zien we in Spanje momenteel niet. Podemos gaat onderuit en de geprojecteerde groei van Vox blijft relatief gelimiteerd. Bovendien presteert de Spaanse economie opvallend goed. Het land legde vorig jaar een gemiddelde kwartaalgroei van meer dan 0.6% voor, een wezenlijk verschil met Frankrijk (0.25%) of Italië (inmiddels in recessie). Een (beperkte) periode van politieke onzekerheid brengt het land allicht niet van de rails. De markt bewaart de kalmte, al houdt dat de deur voor een negatieve verrassing op 28 april uiteraard open.