Hoera! Inflatie(verwachtingen) steeds hoger!
Te lage inflatie (of deflatie), is een kwaad dat best zo snel mogelijk wordt uitgeroeid. De centrale bankiers scherpten die boodschap in hun nieuw beleidskader nog aan. Beter wat te veel dan wat te weinig. Het perspectief op trage prijsstijgingen/prijsdalingen leidt tot uitstelgedrag van de consument. Lage inflatie is vooral ook een hinderpaal voor het monetair beleid. Zodra de economie monetaire steun nodig heeft, is het moeilijk om bij een lage inflatie de reële (beleids)rente voldoende te verlagen om de activiteit op te krikken. Kort samengevat de belangrijkste argumenten om de inflatie voldoende hoog te houden.
Een korte realiteitscheck. De Europese inflatie (aug.): 3.0%. In (anti-inflatieland) Duitsland 3.4%! Vandaag wordt de Amerikaanse inflatie voor de vierde maand op rij boven 5.0% verwacht. De kerninflatie heeft zich boven 4.0% genesteld. Uiteraard moeten de centrale banken die inflatie evalueren op langere termijn. De Fed en de ECB zijn er van overtuigd dat het een tijdelijk fenomeen is. In 2023 bedraagt de EMU (kern)inflatie opnieuw slechts 1.5%! Het verfijnd model van de ECB-specialisten zegt het! Gisteren ging de New York Fed in haar maandelijkse bevraging op zoek naar de mening van Joe Sixpack. Die heeft niet zo’n verfijnd model. Hij ‘vreest’ wel dat de prijzen de volgende twaalf maanden 5.2% stijgen. Over de komende drie jaar kan dat 4.0% zijn. Als die consument zijn aankopen al uitstelt, is het waarschijnlijk niet omdat hij verwacht dat hij snel koopjes zal kunnen doen. Er is mogelijk wel een andere reden om voorzichtiger te worden. Verwacht hogere prijzen voor voeding (7.9%), gasprijzen (9.2%), kosten aan de woning (10%), medische zorgen (9.7%) of voor onderwijs (7.0%) dreigen een serieuze hap uit het budget nemen. Het monetair beleid is uiteraard niet alleen verantwoordelijk voor bijvoorbeeld de stijging van olie en andere grondstoffenprijzen. Vraag- en aanbodfactoren spelen hier zeker een rol. Toch deed de overvloedige liquiditeitscreatie wereldwijd zeker een duit in het zakje. Hoe blij moet de Amerikaanse of Europese consument zijn met het bereiken van de inflatiedoelstelling en (hopelijk tijdelijk) hogere prijzen die hem nu worden aangerekend? Zeker voor Europa met een deficit aan grondstoffen is dit niet meer of minder dan een externe belasting.
Nog even terug naar het tweede argument om de inflatie voldoende hoog te houden: een krachtig stimulerend beleid voeren via een lage reële rente. Hier hoeven de Fed en zeker de ECB zich voorlopig geen zorgen meer te maken. De reële rente op 10-j Duitse overheidsobligaties bedraagt ondertussen -2.1%, een historisch dieptepunt. De 10-j EMU inflatieswap (1.87%) krijgt dan weer stilaan de kaap van 2.0% in het vizier. Het is meer dan kort door de bocht om te concluderen dat de combinatie van stijgende inflatieverwachtingen en lage reële rente er op wijzen dat de markt stilaan een ‘stagflatiescenario’ verdisconteert. Het feit dat je het woord stilaan her en der ziet opduiken is wel betekenisvol. De hogere inflatie zorgt steeds meer voor onzekerheid bij consumenten en bedrijven eerder dan dat ze uiting is van een gezond vraagherstel. In de mate dat die inflatie zijn oorsprong vindt in aanbodbeperkingen heeft de groei mogelijk zelfs meer baat bij een iets minder agressief monetair beleid. Er zijn goede redenen om het risico op deflatie te beperken. Er zijn mogelijk minstens even veel goede redenen om dezelfde voorzichtigheid aan de dag te leggen om de (‘kleine’) kans op een stagflatie-achtig scenario/mindset te voorkomen.