RBNZ keert stimuluslogica om!!
Er zijn uitzonderingen maar de meeste centrale banken van ontwikkelde economieën hanteren nog steeds het mantra dat het beter is om de monetaire stimulus wat te lang aan te houden. De risico’s van die aanpak zijn kleiner dan het herstel en het behalen van de inflatiedoestelling alsnog in gevaar te brengen door een vroegtijdige afbouw van de steun. De jarenlange ‘undershoot’ van de inflatiedoelstelling vergemakkelijkt deze logica.
De Reserve Bank of New Zealand (RBNZ) liet dit denkpatroon vanmorgen, toch ietwat verrassend, varen. De RBNZ vertoefde lang in het ‘softe’ kamp. In mei schoof ze wel al wat op door de deur te openen richting een eventuele eerste renteverhoging in de tweede helft van volgend jaar. Vandaag zet de RBNZ al onverwacht snel een eerste stap. De beleidsrente blijft nog onveranderd op 0.25%. Een programma ter ondersteuning van de kredietverlening loopt ook door. Inzake de QE-obligatieaankopen onder het programma van NZ$ 100 mld gaf de RBNZ in mei al aan dat ze deze enveloppe (die normaal liep tot juni 2022) waarschijnlijk niet volledig zou uitputten. De stap vandaag was echter drastisch: de aankopen stoppen op 23 juli. De verantwoording is subtiel, maar de bocht is duidelijk. De economie heeft nog steeds stimulus nodig, maar minder. De activiteit doet het beter dan verwacht. De zwakte in de nochtans belangrijke toeristische sector wordt meer dan gecompenseerd door een sterke binnenlandse vraag en export. Een deel van de inflatieopstoot wijst de RBNZ nog steeds toe aan éénmalige factoren (olie) of aan verstoorde vraag- en aanbodkettingen. Dat is echter niet (meer) het volledige verhaal. Binnenlandse capaciteitsbeperkingen en tekorten op de arbeidsmarkt wijzen in de richting van meer blijvende prijsdruk. De RBNZ neemt ook akte van de ‘onhoudbare’ stijging van de huizenprijzen, iets wat ze in haar beleidsbeoordeling ook in rekening neemt.
Het plots stilzetten van de obligatieaankopen roept natuurlijk vragen op naar de volgende stap. De RBNZ schuift geen concrete datum naar voor. De paragraaf over de beleidsrente vermeldt wel dat er nog steun nodig is, maar dat ‘minder’ ook volstaat. De markt verdisconteert een kans van 65% op een verhoging in augustus. Voor november is al meer dan een volledige hike ingeprijsd. De RBZN neemt hierbij ook afstand van de grote boer aan de andere kant van de Tasmaanse zee die (tot nader bericht) tot 2024 een onveranderde rente verwacht.
In een eerste reactie gaan de rentes aanzienlijk hoger. Ondanks het onmiddellijk stopzetten van de QE-obligatieaankopen, stijgt de 2-j rente (+12 bp tot 0.88%) sterker dan de 10-j rente (+7 bp tot 1.75%). Een bijkomende indicatie dat de markt vrij snel een renteverhoging verwacht. De fors oplopende rentesteun aan het korte eind van de curve geeft de kiwi dollar vanmorgen een stevig duwtje in de rug. NZD/USD veert op van 0.6945 tot boven 0.70. Ook de kiwi ondervindt natuurlijk nog ‘tegenwind’ van de algemene USD-stijging na de forse inflatie en de rentestijging gisteren in de VS. Tegen de euro blijft de kiwi dollar, ook in een iets langer perspectief, wel sterk. Gezien de uiteenlopende beleidsinschatting van beide centrale banken kan dat nog wel even zo blijven. De ECB laat het patroon van ‘liever wat te veel en te lange stimulus’ waarschijnlijk nog niet direct varen. EUR/NZD dreigt uit het opwaarts trendkanaal sinds maart te vallen. Bij een breuk doemt technisch gezien het dieptepunt van eind februari (1.6325) op.