Bank of England maakt zich nog niet druk

De Bank of England laat zich voorlopig niet opjagen. Ze hield de beleidsrente gisteren ongewijzigd op 0.1% en repte met geen woord over beleidsnormalisatie. Afscheidnemend hoofdeconoom Haldane blijft in de woestijn prediken voor minder obligatie-aankopen (target £845 miljard ipv £895 miljard).
De cyclus van “belangrijke” centrale bankiervergaderingen loopt asynchroon tussen de ECB en de Fed enerzijds en de BoE anderzijds. In Europa en de VS volgen ze het stramien maart-juni-september-december. In het VK vindt de uitgebreide update, inclusief nieuwe groei- en inflatieverwachtingen, plaats in februari-mei-augustus-november. Vorige maand hield de BoE het doel voor het obligatie-aankoopprogramma ongewijzigd op £895 miljard, maar verlaagde ze wel het wekelijkse opkoopvolume. Daarmee kocht de BoE twee maanden tijd (einde voorzien rond jaarwende ipv eind oktober) en nam ze wat (markt)druk weg om koploper te worden wat betreft rentenormalisatie onder de groten. De echt cruciale vergadering dit jaar wordt mogelijk pas die van november, waardoor de BoE comfortabel kan reageren op de uitkomsten van de ECB en Fed in september.
Wat het beperkte beleidscomité betrof gisteren, uitte de Bank of England zich positiever over de globale en over de Britse groei. De laatste beperkende maatregelen doven in het VK begin juli al uit wat de centrale bank aanzet tot een opwaartse herziening van de verwachte groei in het tweede kwartaal met 1.5 procentpunt. De Britse inflatie steeg in mei voor het eerst in bijna twee jaar tijd boven 2% uit. De volgende maanden zal dat zo blijven met mogelijke pieken boven 3%. Gouverneur Bailey en co houden nog steeds rekening met een tijdelijk fenomeen, al geven ze toe dat de periode van >2% inflatie waarschijnlijk langer zal duren dan verwacht.
Afsluiten deed de Bank of England met een herhaling van haar voorzichtigheidsprincipe. Zolang er onbenutte capaciteit is in de economie wil ze vooral accommoderen en de voornamelijk grondstoffengedreven inflatie tolereren. Pas wanneer de marge is weggewerkt en de groei mee bijdraagt tot een meer structurele inflatiestijging, wil de BoE het monetaire geweer van schouder van veranderen.
Na het signaal van de Fed twee weken terug, sloop het Britse pond ten opzichte van de euro op kousenvoeten tot de sterkste niveaus sinds begin april (EUR/GBP 0.8540). Hier en daar nam rekende iemand er toch al op dat de Britse centrale bank mee zou opschuiven. Het staartrisico voltrok zich niet en duwt EUR/GBP opnieuw richting 0.86, comfortabel in de zijwaartse handelsband sinds begin maart (0.8470-0.8730).
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal