Sterke data overtuigen dollar niet (meer)
Trump’s adviseur Larry Kudlow “voorspelde” het al enkele dagen eerder: het jobrapport (‘payrolls’) scoorde afgelopen vrijdag alweer uitzonderlijk hoge punten. De Amerikaanse arbeidsmarkt trapte 2019 af met 304 000 bijkomende jobs. De markt stelde een “bescheidenere” toename van 165 000 voorop. De forse stijging gaat wel gepaard met een neerwaartse herziening voor december 2018 van 312 000 tot 222 000. De participatiegraad (63.2%) klom tot het hoogste niveau sinds eind 2013. De stijging van de beschikbare arbeidskracht leidde wel deels tot een lichte toename van de werkloosheidsgraad van 3.9% tot 4%. De loongroei bleef beperkt tot 0.1% m/m (3.2% j/j).
De data bevestigen een uiterst sterke arbeidsmarkt die voorlopig weinig last heeft van de recent opgeheven “government shutdown”. Toch blijven we voorzichtig voor forse conclusies zonder meer. In de ‘household survey’ (CPS), de aan de payrolls gelieerde enquête die o.m. als basis dient voor de participatie- en werkloosheidsgraad, stellen we de impact van de politieke impasse wel vast. Dat komt omdat de honderdduizenden overheidsmedewerkers in tijdelijke werkloosheid geen deel uitmaken van de officiële payrolls, maar wel van de CPS. We merken verder ook op dat de responsgraad op de payrolls-enquête uitzonderlijk laag bleef (rond 61%). Dat viel in december ook voor en leidde uiteindelijk tot een forse herziening (cf. supra). In januari doet zich mogelijk een gelijkaardige situatie voor. Tot slot ondergaat het rapport in januari typisch enkele technische herzieningen. De interpretatie van de cijfers gebeurt dus best behoedzaam.
De belangrijke kanttekeningen zijn mogelijk een verklaring van de beperkte dollarreactie onmiddellijk na de publicatie. Maar het is wellicht slechts de helft van het verhaal. Kort na het arbeidsmarktrapport zette het ISM-bedrijfsvertrouwen (verwerkende nijverheid) een forse stijging van 54.3 tot 56.6 neer. Het herstel was nagenoeg integraal op het conto van de deelcomponent “nieuwe orders” (van 51.3 naar 58.2) te schrijven. Dat is belangrijk omdat het onderdeel een indicatie over de economische toekomst biedt. Het is in de laatcyclische Amerikaanse economie dan ook één van de meest gevolgde indicatoren.
Toch reageerde de greenback ook dan maar koeltjes. Dat is vrij opmerkelijk in het licht van de Amerikaans-Duitse renteverschillen die nochtans met 6 à 7 basispunten opliepen. Het suggereert vooral een murw geslagen dollarmarkt. De Fed maakte vorige week een stevige u-bocht en het is onwaarschijnlijk dat de recente stroom aan cijfers de centrale bank tot een nieuwe ommekeer dwingt temeer omdat de (loon)inflatie vooralsnog niet ontspoort. Tegen de achtergrond van aanhoudend zwakke EMU-data houden we rekening met meer zijwaartse EUR/USD-handel binnen de 1.12/15-handelsband. Het vergt waarschijnlijk een doorbraak in één van de hete economische hangijzers voor een duurzame breuk. Het handelsconflict is daar één van. De Trump-administratie klonk positief over de recente gesprekken in dat verband. In de wandelgangen van het Witte Huis gonst het van geruchten over een ontmoeting tussen Trump en zijn Chinese evenknie eind februari. Misschien laat Trump daar morgen tijdens de “State of the Union” een ballonnetje over op.