Een perverse meevaller voor Biden en Powell
Het Amerikaanse arbeidsmarktrapport van april 2021 gaat de geschiedenis in als een van het meest teleurstellende ooit. Economen legden de lat voor de klasmediaan op een afgeronde één miljoen bijkomende jobs. Eindresultaat: 266 000 betrekkingen in april, een foutje van maar liefst -146 000 die de leerkracht in maart over het hoofd zag en commentaar van de klassenleraar in dreigend rood: “Gebuisd over de hele lijn. Herpakken!”
De enorme misser is in de eerste plaats het gevolg van torenhoge marktverwachtingen. Daar waren wel goede redenen voor. Dankzij de vaccinatiecampagne schakelde het Amerikaanse bedrijfsleven en vooral de dienstensector sinds maart meerdere versnellingen hoger. De tewerkstelling groeide toen en ondanks de herziening met 770 000. Alles wees erop dat de arbeidsmarkt op datzelfde en zelfs sterker elan voort zou gaan. Dat klopt slechts deels: de contact-intensieve horeca en vrijetijdssector herstelden inderdaad (+331 000) maar andere diensten zoals transport (-81 000) en zélfs de maakindustrie (-18 000) vielen terug. De werkloosheidsgraad kroop onverwacht hoger van 6 tot 6,1%. Het aandeel van de arbeidsgeschikte bevolking dat zich op de markt aanbiedt steeg ietsje meer van 61,5% tot 61,7% maar het is een magere troost. Toch knelt net dáár misschien wel het schoentje. Omwille van het coronavirus durft, kan (bv. tekort aan opvang) of wil (werkloosheidsval) niet iedereen werken. De participatiegraad blijft daardoor ver beneden het pre-pandemische niveau. In hun queeste naar personeel vissen werkgevers dus in een veel kleinere vijver. Sommige van hen wezen in de toonaangevende PMI/ISM-enquêtes al meermaals op die moeilijke zoektocht.
Het ontgoochelende rapport is een perverse meevaller voor president Biden en Fed-voorzitter Powell. Het Congres onthaalde Biden’s ambitieuze maar peperdure fiscale agenda zonder applaus. Biden kan dit moment aangrijpen om twijfelende Congresleden over de streep te trekken. De geloofwaardigheid van Powell en “zijn” instituut, de Fed, wankelde de laatste weken steeds meer. Aanhoudend ijzersterke economische cijfers zaaiden twijfels over het engagement voor een nog lang zeer soepel monetair beleid. De eerste “zie je wel” volgde vrijdag al snel. Kashkari van de Minneapolis Fed verdedigde de reactieve, resultaatsgebaseerde aanpak van de centrale bank in deze crisis. Deze week staat bol van Fed-toespraken. Er volgen ongetwijfeld nog heel wat vingerwijzingen.
De marktreactie was er een volgens het boekje. Er sneuvelden 2 à 3 bpn op het korte tot middellange eind van de Amerikaanse rentecurve. Die geldt zowat als graadmeter voor de verwachtingen omtrent het Fed-rentebeleid. De lange rentes doken even tot 10 bpn lager maar herstelden snel, zelfs tot in de plus. De onderliggende dynamiek is veelzeggend: reële rente -4 bpn, inflatieverwachtingen +5 bpn. Die onheilspellende combinatie deelde de dollar een mokerslag uit. EUR/USD zoefde zonder omkijken voorbij weerstand nabij 1,215. De laatste weerstand vóór de januaritop van 1,2349 situeert zich rond 1,22. Behalve de arbeidsmarkt, herpakt ook de dollar zich maar beter snel.