BoE volger; (nog) geen echte koptrekker

Financiële markten proberen deze dagen in te schatten welke centrale banken voorop lopen op het pad naar beleidsnormalisatie. De Noorse en Tsjechische centrale banken bevestigden gisteren dat ze dit jaar de rente al kunnen verhogen. De Bank of England wordt ook eerder in het koppeloton gezien. Gouverneur Bailey en co schuwen die favorietenrol niet, maar laten het kopwerk nog even aan de anderen.
De BoE beschikte over een nieuw driemaandelijks beleidsrapport annex economische vooruitzichten. De vaststelling dat de Britse economie stilaan naar de hoogste versnelling schakelt was niet meer dan een open deur intrappen. De centrale bank trok de groeiverwachting voor dit jaar verder op tot 7.5% (5% in februari). De Britse economie keert eind dit jaar al terug tot het pre-corona niveau. De bedrijven deden het al relatief goed, de regering verlengde de fiscale steun - onder meer voor de arbeidsmarkt - en de consument zet zijn corona-spaarbuffer versneld in. Na de groeispurt dit jaar, koelt de groei af tot 4.5% in 2022 (5% in februari), maar dat is een beetje statistisch/optisch bedrog. Over de hele beleidshorizon ligt de verwachte activiteit hoger dan in februari vooropgezet. Idem voor inflatie. In maart bedroeg die nog nauwelijks 0.7% j/j, maar later dit jaar gaan we vlot boven de 2%-doelstelling (2.5%) om naar dat niveau terug te keren in 2022/2023. Zoals de meeste van haar collega’s gaat de BoE er vanuit dat een (groot) deel van de inflatieopstoot tijdelijk is. Ze benadrukt dat het moeilijk is om een inschatting te maken van de vraag-en-aanbodbalans na de ‘economische oververhitting’ dit jaar. Voor een centrale bank is dat het perfecte excuus om zich nu nog niet expliciet te engageren inzake de afbouw van het monetaire beleid. Een beetje tijd kopen dus.
Concreet vertaalde zich dat in een ongewijzigde beleidsrente op 0.1%. De enveloppe voor obligatieaankopen blijft op £895 mld. BoE-econoom Haldane wilde ze al verlagen, maar stond alleen en verlaat de centrale bank in juni. De BoE verlaagt wel de wekelijkse aankopen zodat de enveloppe pas opgebruikt is eind dit jaar en niet ergens in de herfst. Enerzijds is het een eerste stap richting afbouw van het stimulerend beleid. Anderzijds helpt de verlengde aankoopperiode om het debat over een monetaire verstrakking langer af te houden. De BoE gaat uit van een eerste renteverhoging in 2023H1 en een tweede in 2024H1. Dat is vooral een weergave van de marktrentes en geen ‘ impliciet engagement’ van de BoE. Conclusie: het gaat goed met de Britse economie, maar de BoE wil zich nog niet uitspreken over de start of het tempo van de echte beleidsnormalisatie. Het idee dat de BoE eerder zal starten dan de ECB of de Fed blijft overeind, maar de markt verwachtte er toch wel net iets meer van.
Het pond had het in de aanloop naar de BoE al wat moeilijk en verloor later beperkt verder terrein. GBP-handelaars houden naast de BoE-beslissing natuurlijk ook de uitslag van de Schotse verkiezingen in het oog. Als die leiden tot een referendum over onafhankelijkheid, kan dat het pond tijdelijk in woelig water brengen. In de BoE-beslissing op zich zien we weinig aanleiding voor een GBP-rally. De benedenkant van de 0.8495/0.8731 handelsband is mogelijk zelfs iets beter beschermd. De kans op een test van de bovenkant van dat kanaal neemt toe, ook al omdat de euro ook relatief goed in vorm blijft.
Figuur - EUR/GBP: voorlopig geen bijkomende steun van de BoE voor het pond
