Een eindspurtje van de dollar
April was de maand van de terugtocht van de dollar en de comeback van de euro. De verhaallijn was niet altijd éénduidig. Een beetje ‘het glas half vol of half leeg?’ De Amerikaanse cijfers blijven sterk zonder meer, maar de dollar verdisconteerde het goede nieuws al deels, ook omdat de Fed de Amerikaanse rentemarkten goed aan de koord houdt. Sterke data en hogere inflatie zijn absoluut geen argumenten om het debat over een afbouw van de monetaire stimulus nu al te starten. Aan de euro-kant van de vergelijking hield de economie relatief goed stand ondanks de nog steeds uitgebreide beperkingen en is er hoop op beterschap. Daardoor kan de ECB in juni of september het monetaire gaspedaal misschien iets lossen (PEPP aankopen). Met die narratief in het achterhoofd steeg EUR/USD in april van de lage 1.17 tot even boven 1.21. Zonder duidelijke reden beperkte de dollar de schade vrijdag op de valreep. De Amerikaanse data (Chicago PMI en consumentenvertrouwen) waren opnieuw zeer sterk, maar we twijfelen of dat echt de reden was. Op de rentemarkt was er weinig te zien. Misschien iets belangrijker: Fed-raadslid Kaplan trad uit de gelederen en vindt het wel stilaan tijd voor een debat over de afbouw van de obligatieaankopen. Eén zwaluw …, maar toch. Al gaat het in de eerste plaats waarschijnlijk over winstnemingen, deels geïnspireerd door de technische factoren. De handelsgewogen USD-index (DXY) brak uit een neerwaarts kanaal en voor EUR/USD bleek het belangrijke niveau van 1.2103 (62% retr. USD herstel 1.2349/1.1704) een stap te hoog. EUR/USD nestelt zich in de zone 1.2035. Evidente vraag: what’s next?
Vooreerst de belangrijke Amerikaanse data (ISM verwerkende nijverheid straks, diensten-ISM woensdag, payrolls vrijdag). Niemand twijfelt eraan dat die opnieuw (heel) sterk zullen zijn. Zo verwacht de markt voor april opnieuw een herstel van de tewerkstelling met bijna 1 miljoen. De vraag van 1 miljoen is of de data de markt deze keer wel doen twijfelen aan het Fed-engagement om nog lang te blijven accommoderen. Powell was niet onder de indruk van een gelijkaardige jobgroei vorige maand. In het licht van de recente marktreactie lopen we niet op de feiten vooruit. Ook uitkijken of er stilaan nog andere Fed-gouverneurs het afbouwdebat openlijk starten.Technisch gezien is de USD-daling een halt toegeroepen. Een breuk beneden de EUR/USD 1.1950-zone is een aanwijzing zijn dat de markt het glas weer half vol ziet voor de dollar. Eerst zien en dan geloven.
Deze week laten ook verschillende centrale banken opnieuw hun licht schijnen over hun beleidsintenties. Renteveranderingen zijn nog niet aan de orde. Het wordt wel interessant te zien wie zich waar zet in de rij op weg naar beleidsnormalisatie. De Tsjechische en de Noorse centrale bank (beide donderdag) lopen duidelijk voorop. De Reserve Bank of Australia (dinsdag) is niet gehaast. De markt zette de nieuwe Turkse centrale bankier (donderdag) zowat met de rug tegen de muur om niet aan de versoepelingsclaim van president Erdogan toe te geven. De Bank of England (donderdag) wordt interessant. Ze trekt waarschijnlijk de groeivooruitzichten verder op. Als de BoE aan het huidige tempo obligaties blijft kopen is de enveloppe aan het eind van de zomer uitgeput. Afbouwen lijkt dan ‘logisch’ gezien de verbeterende economische context en in de hypothese dat een verhoging niet meer aan de orde is. De Bank of England kan zo wat opschuiven in de richting van de centrale banken die eerder voorlopen.