Turkse lira terug naar af
Een duiventil. Of hoe noem je anders een centrale bank waarvan de leiding in amper twee jaar vier keer veranderde? Het is de CRBT die de analen met die connotatie ingaat. Afgelopen weekend stuurde de Turkse president Erdogan de voorzitter van “zijn” centrale bank wandelen. Het nu voormalige hoofd Agbal kwam pas november vorig jaar aan het roer. Hij verving Murat Uysal, die van juli 2019 tot dan de fakkel overnam van Çetinkaya. Erdogan beëindigde zowel Uysal’s als Çetinkaya’s carrière vroegtijdig.
We keren enkele maanden terug in de tijd. Agbal nam de rol van gouverneur op in een weinig opbeurende context. De coronacrisis sloeg in het toeristische Turkije disproportioneel hard toe. De Turkse fiscale positie verzwakte aanzienlijk. Corona versnelde ook de trendmatige daling van de Turkse munt, de technische hocuspocusmaatregelen van Usyal ten spijt. EUR/TRY handelde in de buurt van 10, ver voorbij de liradieptepunten tijdens de maartpaniek. Mede als gevolg daarvan bleef de inflatie doorheen 2020 zweven tussen 11-14%. Dat is aanzienlijk, zowel in vergelijking met ontwikkelde als andere opkomende economieën. De beleidsrente bedroeg bij Agbal’s aantreden 10,25%. De Turkse lira droeg m.a.w. een negatieve reële rente (gecorrigeerd voor inflatie). Daar bedanken investeerders voor.
Agbal begreep dat alleen een doortastend monetair beleid de vicieuze cirkel van een zwakke munt en hoge inflatie doorbreekt. Hij maakte van inflatie de topprioriteit en verhoogde de beleidsrente in november van 10,25% tot 15%. In december én eind vorige week kwamen daar elk nog eens 2 ppt bij, tot 19%. In Turkije is dit meer dan alleen “de daad bij het woord”. Het is een ruk naar monetaire onafhankelijkheid. Agbal weerstond de politieke druk om de rentes (te) laag te houden. Erdogan zweert namelijk bij een lagerentebeleid als oplossing voor uit de hand lopende inflatie. Én het ondersteunt de groei! Een win-win. Çetinkaya weigerde in 2018/2019 om de rentes te verlagen. Het kostte hem de kop. Uysal gehoorzaamde wel maar joeg de munt, het land en uiteindelijk zichzelf de verdoemenis in. Agbal’s lot kennen we inmiddels.
Met de exit van Agbal, verdwijnt dat beetje geloofwaardigheid die de centrale bank onder zijn bewind mondjesmaat terug won. Terug naar af. De Turkse activa zijn vandaag wandelende schietschijven. De munt keldert van EUR/TRY 8,6 tot even 9,75. Een volgehouden breuk ten noorden van 9,5 effent het pad richting de dieptepunten van eind vorig jaar. Voorlopig vindt het muntenpaar een wankel evenwicht in de buurt van 9,4. Turkse aandelenmarkten duiken bijna 10% lager, premies om zich tegen een Turkse wanbetaling te verzekeren gaan net zoals de Turkse rentes de hoogte in. Het einde is wellicht nog niet in zicht. De markt is alle vertrouwen kwijt. Agbal’s opvolger, Kavcioglu, is bovendien een adept van Erdogan’s onconventionele monetaire theorie. Die Turkse groei-boven-alles-strategie komt vroeg of laat als een boemerang in het gezicht terug.