“Financiële voorwaarden” is nieuwe ECB-mantra
De verwachtingen voor de eerste beleidsvergadering van de ECB in 2021 lagen laag. Na de forse monetaire dosis in december vorig jaar, schakelde de centrale bank over van een agressieve naar een afwachtende houding. Het kwam er voor ECB-voorzitster Lagarde op aan vooral niet af te wijken van het script. Wat dat betreft, deed ze het eigenlijk niet slecht. Het werd een weinig spannende bijeenkomst. De markten reageerden evenwel niet navenant. Vooral de Europese rentes bewogen vrij fors. Dat lag deze keer niet aan Lagarde zelf, maar aan dat bewuste script.
De ECB hield alle beleidsparameters gisteren onveranderd. De depositorente bedraagt een negatieve -0,5%. De obligatieopkopen onder het overkoepelende Asset Purchase Programme blijven gebeuren a rato van €20 miljard per maand. Met vlaggenschip PEPP (€1850 miljard) koopt de ECB bijkomend overheidspapier (netto) op tot maart volgend jaar. Maar. Het beleidscommuniqué suggereerde tot voor kort dat dit (en andere) programma(‘s) in tijd en omvang enkel kon worden uitgebreid. Sinds gisteren sloop ook de andere mogelijkheid formeel in de tekst. De nieuwe ECB-modewoorden zijn “financiële voorwaarden”. Die moeten voor Lagarde en co voldoende soepel blijven om het herstel te ondersteunen. En als dat kan zonder de volledige PEPP-enveloppe te hoeven spenderen, waarom dan niet? Eigenlijk is dat niet zo nieuw. Lagarde vermeldde het al meermaals tijdens eerdere persconferenties. Bovendien kom je met een simpele extrapolatie al langer tot dezelfde conclusie. Wil de ECB de volledige enveloppe spenderen, dan zou ze het huidige opkooptempo met meer dan €10 miljard per maand moeten verhogen. Daar is op dit moment weinig reden toe. Dat was overigens ook te merken in de voorzichtig constructieve ondertoon van Lagarde tijdens de persconferentie. Ja, nieuwe lockdownmaatregelen en virusmutanten wegen op de activiteit in het vorige én het huidige kwartaal. Dat leren ook de zopas gepubliceerde PMI-bedrijfsindicatoren die in januari terug afbrokkelen van 49,1 tot 47,5 (algemene Europese index). Maar de vaccinatiecampagne is op til, de dreiging van een wanordelijke brexit verdween en het Europees herstelplan kan na een Hongaars-Pools intermezzo eindelijk gelanceerd worden.
Op basis van het huidige tempo resteert in maart volgend jaar nog een slordige €200 miljard. Die kunnen dienen mochten de naweeën van de pandemie toch nog langer duren dan aanvankelijk gedacht. Een elegante oplossing voor een almaar meer verdeeld ECB-bestuur is dan een simpele verlenging van PEPP zonder daarbij te moeten morrelen aan de (felbevochten) omvang.
De rentemarkten schoten in een lichte kramp. Het is dan wel geen echt nieuws per se, maar de markt ontwaart een signaal in de opwaardering tot een vermelding in het begeleidend communiqué. Het is verder ook niet erg duidelijk wat de ECB precies bedoelt met soepele financiële voorwaarden. Lagarde hield het desgevraagd nogal vaag en zegt dat de ECB naar een reeks van indicatoren kijkt. Een natuurlijke marktreactie is dan “testen” hoe ver ze kan gaan. Duitse rentes gingen makkelijk tot vier basispunten hoger. In Italië liep dat op tot meer dan 7 bpn. De euro, die in tegenstelling tot vorige maand gisteren enkel een verbale “waarschuwing” kreeg, reageerde aanvankelijk wispelturig maar sloot uiteindelijk toch flink hoger in de buurt van EUR/USD 1,216.