Duitse nijverheid maskeert sombere realiteit

IHS Markit publiceerde vandaag haar PMI-bedrijfsvertrouwensindicatoren. De maandelijkse enquête bij aankoopdirecteuren is de meest tijdige vinger aan de economische pols. In de oktobercijfers kregen we een bevestiging van de tanende details uit september. Het herstel uit het een derde kwartaal was een stuiptrekking van een patiënt die nog niet aan de beterhand is. Integendeel. Het gevreesde “dubbele dip”scenario wordt een feit.
De samenvattende PMI voor de euro zone daalde van 50.4 tot 49.4. Ogenschijnlijk valt dat nog wel mee, ware het niet dat het 50-niveau de grens uitmaakt tussen economische groei en contractie. Voor het eerst sinds juni valt het dominosteentje dus opnieuw langs de foute kant. Onderliggend draait de economie in de euro zone op twee snelheden. De exportgerichte verwerkende nijverheid boezemt vertrouwen in. Vooral de vraag uit Azië (China) en de VS is sterk. De EMU PMI steeg in de sector van 53.7 tot 54.7. Jammer genoeg is er onderliggend opnieuw sprake van twee snelheden. De Duitse groeilocomotief is op haar eentje verantwoordelijk voor de stijging van de Europese PMI. Het Duitse cijfer steeg van 56.4 tot 58; een huzarenstukje dat het land de voorbije 25 jaren slechts twee keer kon voordoen. In de rest van Europa boert ook de verwerkende nijverheid opnieuw achteruit. Bovendien blijven er jobs sneuvelen in de sector en zien bedrijven de toekomst voor de volgende 12 maanden het somberst in sinds mei.
De binnenlandse diensteneconomie doet het nog een pak slechter. Helaas is ze verantwoordelijk voor het gros van de economische groei in de euro zone. De dienstenPMI zakt van 48 tot 46.2. Het uitzonderlijke voorjaar buiten beschouwing gelaten is dat het zwakste niveau sinds 2013. De exponentieel stijgende coronacurves en het lamleggen van de maatschappij is daar niet vreemd aan. De meest recente ontwikkelingen suggereren dat de dienstensector, en de binnenlandse consumptie die daar nauw mee verbonden is, verder onder druk zullen komen te staan in november. Details tonen een steile daling in de orderboekjes, een nieuwe vertraging in jobcreatie en het wegwerken van de achterstand.
De PMI’s schetsen dus een pessimistisch toekomstbeeld. De IHS Markit hoofdeconoom roept mee op tot fiscale en monetaire steun om de economische klap op te vangen. Zoniet dreigen recente doemscenario’s van het IMF of McKinsey uit te komen. Ze schatten het aantal Europese KMO’s die binnen het jaar in solvabiliteitsproblemen verkeren in rond 40%-50%. De marktreactie na de PMI’s was opmerkelijk. Op de rentemarkt gebeurt er amper iets terwijl de euro reageerde op de sterke Duitse cijfers. EUR/USD veert op van rond 1.18 richting 1.1840. Als zelfs slechte economische data EUR/USD niet meer klein krijgen kan de correctieve top van deze zomer rond 1.20 sneller dan verwacht opnieuw in het vizier komen. De Europese beurzen winnen vandaag ook tot 1%.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal