Lira en roebel in defensief na Kaukasus-offensief
De Russische roebel en de Turkse lira krijgen de afgelopen dagen een stevig pak rammel. De roebel verloor eind vorige week al cruciale steun rond EUR/RUB 90 en zet zijn verliesreeks deze week onverminderd verder. Het absoluut dieptepunt voor de roebel dateert van januari 2016 (EUR/RUB 93,68). Aan het huidige tempo (EUR/RUB momenteel aan 93,24) sneuvelt dat binnen enkele dagen. De Turkse lira rijgt al enkele maanden de diepterecords aan elkaar. De Turkse centrale bank verhoogde vorige week nochtans onverwacht de beleidsrente met 200 basispunten in een poging de munt te ondersteunen. Toch stellen we ook daar de afgelopen dagen een opmerkelijke valversnelling vast. EUR/TRY (momenteel in de buurt van 9,17) ging vlot voorbij de 9-grens, een nieuwe mijlpaal in het trieste traject van de lira. Wat is er aan de hand?
Turkije en Rusland zijn eens te meer betrokken in een proxy-conflict. Dat is niet de eerste keer. Beide landen stonden al lijnrecht tegenover elkaar tijdens de oorlog in Libië en die in Syrië. Deze keer bevindt het oorlogsterrein zich in het Zuid-Kaukasische Nagorno-Karabakh. Dat is een grote Armeenssprekende enclave gelegen binnen de landsgrenzen van Azerbeidzjan. Armenië en Azerbeidzjan kennen een lange, woelige geschiedenis waarin religieuze en etnische verschillen geregeld tot bloederige conflicten leidden. De inlijving van beide landen door de Sovjet-Unie in de jaren ’20 maakte daar een eind aan, tot het communistische blok in ‘80-90 zelf uit elkaar viel. De enclave stemde na de val van het Sovjetregime vóór een toetreding tot Armenië. Dat was zeer tegen de zin van de Azeri’s, die grote strategische en economische belangen bij de betwiste regio hebben. Via Nagorno-Karabakh transporteert Azerbeidzjan haar belangrijkste exportproducten, olie en gas, naar Europa (via Turkije) en Centraal-Azië. In ’94 bemiddelde Rusland een staakt-het-vuren dat in 2016 aan flarden werd geschoten. De daaropvolgende relatieve rust verdween eind vorige week opnieuw als sneeuw voor de zon. Armenië en Azerbeidzjan beschuldigden elkaar van militaire manoeuvres rond het gebied. Voorbereiding tot een gewapend conflict, klonk het. Afgelopen zondag en gisteren raakten troepen van beide landen voor het eerst sinds 2016 zelfs opnieuw slaags met elkaar. Een totale oorlog kan in theorie Turkije en Rusland mee in het bad sleuren. Turkije steunt al vanouds de Azeri’s terwijl Armenië meer affiniteit heeft met Rusland. Deze laatsten hebben zelfs een formeel gezamenlijk verdedigingspact.
Zover zijn we voor alle duidelijkheid zeker niet. Voorlopig spreekt men nog volop de diplomatische eerder dan oorlogstaal. Er zijn overigens goede redenen waarom Turkije en Rusland een clash (willen) vermijden. Financieel-economisch is het in coronatijden ongetwijfeld een bijzonder slecht moment. Een totaaloorlog zou daarnaast het nu al instabiele Midden-Oosten verder ontwrichten. Azeri’s zijn in Iran bv. een grote minderheidsgroep. De gevolgen van Iraanse betrokkenheid op het wereldtoneel zijn groot en onvoorspelbaar. Toch suggereert de prijsactie in de Turkse lira en Russische roebel dat de markt er allerminst gerust op is. We vinden dat terecht. Ongeacht de hierboven gegronde redenen; in een oorlogscontext delft de ratio dikwijls het onderspit. We zijn daarom uiterst voorzichtig over de munten van de betrokken landen.