Coronacrisis werpt lange schaduw over kredietverlening
We kregen gisteren een aantal interessante signalen over de kredietverlening aan bedrijven en gezinnen tijdens de coronacrisis, evenals vooruitzichten voor het najaar. De ECB publiceerde een update van de bank lending survey. Daaruit blijkt dat de kredietverlening aan bedrijven bijzonder sterk bleef de afgelopen maanden, ondanks de crisis. Bedrijven hebben immers gebruik gemaakt van hun bestaande kredietlijnen om hun liquiditeitsbuffers maximaal aan te vullen. De kredietvoorwaarden bleven ook gunstig dankzij overheidsstimuli en de lange-rentepolitiek van de ECB. Toch is de verwachting dat de kredietvoorwaarden strenger zullen worden en dat de kredietverlening zal afzwakken. We stellen dat momenteel al vast voor leningen aan gezinnen, zowel voor woningkrediet als voor consumentenkrediet. De algemene verwachting is dat ook de kredietverlening aan bedrijven aan striktere voorwaarden zal gebeuren in de nabije toekomst. Uit de ECB-enquête blijkt immers duidelijk dat financiële instellingen rekening houden met de ongunstige economische vooruitzichten, verzwakte kredietwaardigheid van klanten en een lagere interne risicotolerantie. Overheidsmaatregelen om de kredietverlening aan ondernemingen ook op langere termijn te ondersteunen, doven geleidelijk uit of ontbreken zelfs volledig in heel wat Europese landen.
Europese financiële instellingen zijn zich dus duidelijk bewust van de toenemende risico’s en de kredietverliezen die op hen afkomen. Dat blijkt ook uit de kwartaalcijfers (Q2) van een aantal grote Amerikaanse banken. JPMorgan Chase klopte weliswaar de analistenverwachtingen dankzij het sterke beursherstel dit voorjaar, maar kondigde wel drastische voorzieningen aan voor kredietverliezen in de nabije en verdere toekomst. Dat laatste bleek ook uit de rapportering van Wells Fargo en Citigroup. Samen nemen de drie Amerikaanse grootbanken voor 28 miljard USD voorzieningen op in hun boeken om kredietverliezen op te vangen.
En daarmee werpt de coronacrisis een lange schaduw over de wereldeconomie. Terwijl het economisch herstel is ingezet, en bijvoorbeeld de economische groei de komende kwartalen sterk zal opveren, wordt de echte economische schade pas duidelijk. Bedrijfsfalingen en werkloosheid zullen de duidelijkste tekenen zijn van de economische moeilijkheden. Daardoor boeken financiële instellingen niet enkel verliezen op hun historische kredietportefeuilles, maar zullen ze tevens op de rem gaan staan om nieuwe projecten te financieren. En daardoor zal het economisch herstel trager verlopen.
Het is moeilijk om die negatieve cyclus te doorbreken. Overheidsgaranties helpen om de schok in de kredietverlening af te zwakken, maar zijn bij voorkeur beperkt in omvang en in de tijd. Ze wegen immers op de publieke financiën en verstoren de vrije-marktwerking. Belangrijker is om opnieuw een stabiel en positief perspectief te bieden aan ondernemingen zodat nieuwe investeringen economisch verantwoord zijn. Kwaliteitsvolle investeringen vinden immers altijd financiering. De verantwoordelijkheid van beleidsmakers ligt dus vooral op dat terrein: zorgen voor duidelijke beleidsprioriteiten met een langetermijn-focus (denk aan een concrete richting voor de vergroening van de economie) en een stabiel politiek en sociaal klimaat. De oplopende spanningen tussen de VS en China, het internationale conflict rond Hongkong en de aanslepende brexitonderhandelingen kunnen we vanuit dat standpunt missen als kiespijn. De weg van het herstel zal dus lang zijn, maar de kredietverlening aan ondernemingen blijft een cruciale bouwsteen om dat herstel vorm te geven.