Komt sterling in zwaar weer terecht?
Europese leiders (Charles Michel, Ursula von der Leyen en David Sassoli) en Brits premier Johnson spraken mekaar voor het eerst (virtueel) sinds de wegen van de EU en het VK scheidden op 31 januari. Die snuffelronde was broodnodig. Het VK bevindt zich nog tot het einde van het jaar in een transitieperiode vooraleer definitief het ruime sop te kiezen. De optie om die overbruggingsperiode te verlengen loopt eind deze maand af en zal door de Britten niet worden uitgeoefend.
Dat betekent dat er maximaal zes maanden overblijven om een volwaardig handelsakkoord te smeden tussen beide blokken. Rekening houdend met politieke zomerrecessen en de tijd die nodig is voor ratificatie, halveert de theoretische onderhandeltijd waarschijnlijk tot drie maanden. Beide partijen onderschreven de nood aan nieuw momentum voor de handelsgesprekken. Een belangrijke strohalm voor sommigen, omdat Brits premier Johnson eerder dreigde de gesprekken te saboteren als de situatie uitzichtloos blijkt. De maand juli vormt het decor voor die doorstart. In zijn gekende populistische stijl riep Johnson 31 juli officieus al uit tot mogelijk eindpunt, hoewel de duurtijd tot het smeden van Europese handelsverdragen doorgaans wordt uitgedrukt in maanden of jaren, eerder dan weken of laat staan dagen. Minstens even karakteristiek was Johnson’s suggestie dat het VK desnoods genoegen neemt met akkoord naar Australisch model. Australië heeft in het VK een positieve bijklank: een open, welvarend, aangenaam land. EU handelscommissaris Hogan merkte ondertussen fijntjes op dat de EU en Australië geen handelsakkoord hebben. Op het Britse eiland klinkt een Australisch akkoord goed in de oren, terwijl het naar het Europese vasteland toe een duidelijke bedreiging is. Een beproefde strategie. “Let’s get brexit done”. Remember?
De 31 juli deadline komt hoe dan ook te vroeg. De Europese focus ligt elders. Protagonisten trappen morgen op de EU-top moeilijke onderhandelingen over een Europees relanceplan en de Europese begroting af. Duits Bondskanselier Merkel – terug van weggeweest – temperde de verwachtingen door te mikken op… de maand juli. Het is de eerste pluim die Duitsland op haar hoed wil steken na de rotatie van het EU voorzitterschap richting Berlijn. Brits premier Johnson kan beter ook eerst voor eigen deur vegen. In de aanpak van de coronacrisis nam de Britse regering, zeker in de aanvangsfase, zowat alle foute beslissingen. Ze talmde te lang met het invoeren van de lockdown, kreeg de testprocedure moeilijk op gang getrapt, kwam te laat tot de conclusie dat de beperkte medische voorraden tekort schoten, zweerde bij de minst efficiënte centrale aanpak en stelde de zwakste bevolkingsgroep te makkelijk bloot aan het virus.
Het zwaartepunt van de Brits-Europese handelsgesprekken komt dus waarschijnlijk pas in september/oktober terecht. De kans is groot dat we eindigen met een flauw afkooksel van de alomvattende deal die als sluitstuk van de brexit moet dienen. Het afschaffen/beperken van in- en uitvoertarieven op goederen en diensten bijvoorbeeld. Oplossingen voor heikele punten zoals het gelijke speelveld qua productnormen, waar de bevoegdheid van de rechterlijke macht terecht komt of quota wat betreft visvangst in de Noordzee, dreigen op de langere baan te worden geschoven.
Brexit zal in de tweede jaarhelft hoe dan ook terugkeren als marktthema waaraan sterling gevoelig blijft. Het schokeffect van 2016 is weg, maar onze vooruitzichten voor het pond blijven pessimistisch. Behalve brexit spelen de achterstand die de Britse economie opliep in de corona-aanpak en het risico op een tweede golf van besmettingen (via risicoaversie) in het nadeel van de queen’s money.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal