Veel akkoorden, weinig impact
Het verlengde Paasweekend stond in het teken van akkoorden smeden. OPEC+ en de G20 raakten het eindelijk eens over een beperking van de olieproductie teneinde de val van de prijs van het zwarte goud een halt toe te roepen. In Europa was er donderdag dan weer witte rook voor een gezamenlijk antwoord op de coronacrisis. We lichten kort toe.
Eerst naar olie. OPEC+ onder leiding van Saudi-Arabië én de G20 (o.a. de VS, Noorwegen) worstelden al even met een gecoördineerde actie op de tuimelperte die de prijs van olie meer dan 60% lager stuurde. Een akkoord zagen de olie-exporteurs pas zitten als iederéén meedeed. Aanvankelijk lag Rusland dwars. De afgelopen dagen was dat vooral Mexico. Het land draaide enkele telefoontjes met de VS later alsnog bij. De uiteindelijke overeengekomen beperking is niet min: 9.7 miljoen vaten per dag. Of zowat 10% van de totale productie. Die historische productiebeperking laat echter maar weinig sporen na. Er was al heel wat in de huidige olieprijs verdisconteerd. Met ongeveer $32 noteert een vat ruwe Brentolie nog steeds aan een laag absoluut niveau. Maar het cyclisch dieptepunt van ongeveer $21.5 dateert van amper twee weken geleden. De vraagzijde blijft een cruciale rol spelen in de vergelijking. En daar knelt het schoentje omwille van Covid-19 nog steeds. Tot slot voert Saudi-Arabië een prijzenoorlog om haar marktaandeel te behouden.
Wat dat coronavirus betreft, kwam er afgelopen donderdag (eindelijk) ook een gecoördineerd antwoord vanuit Europa. Het driedelig pakket t.w.v. €540 miljard bestaat uit leningen (€240 mld) verstrekt door het ESM aan individuele lidstaten met de enkele voorwaarde dat ze aangewend worden voor de (in)directe uitgaven gerelateerd aan het virus. De tweede poot, SURE, omvat een nog te financieren fonds van €100 mld ter vrijwaring van Europese banen. Het derde element betrekt de Europese Investeringsbank in een kredietverleningsproject van €200 mld aan KMO’s om te vermijden dat het probleem van liquiditeit ontaardt in een van solvabiliteit.
Op zich helpt het Europees akkoord mee aan een oplossing voor de acute problemen. Toch enkele kanttekeningen. Vooreerst namen veel lidstaten al actie op individueel niveau, onder meer omwille van het Europese getalm. Daarnaast dreigt de effectiviteit deels verloren te gaan. Het zwaar getroffen Italië is bv. al niet geïnteresseerd in het ESM. Het Europese blok ontbreekt verder een visie voor de middellange termijn. De EU spreekt over een herstelfonds dat de economie terug in het zadel moet krijgen eens de pandemie onder controle is. Maar over het hoe en het wat is het bijzonder vaag. Ondertussen verlengen steeds meer lidstaten de maatregelen tot begin/midden mei. Die gaan wel vaker gepaard met het vooruitzicht op een graduele opheffing ervan (cf. Frankrijk). Zo’n herstelfonds laat dus best niet al te lang meer op zich wachten. Een volgende top vindt alvast plaats op 23 april.
De markten zijn evenmin echt overtuigd. De Europese beurzen doen het relatief goed na het lange weekend maar grote euforie blijft uit. Europese/Duitse rentes zijn neerwaarts georiënteerd. De euro nestelde zich de afgelopen dagen moeizaam boven 1.09 tegenover de dollar, een belangrijk technisch ijkpunt dat het plaatje opnieuw in het voordeel van de eenheidsmunt kantelt. We kunnen ons niettemin van de indruk ontdoen dat ook EUR/USD misschien wat meer verwachtte van het Europese antwoord.