EMU PMI valt mee, op het eerste gezicht…
De onzekerheid over corona liet de markten de voorbije dagen niet los, ook al omdat er weinig ander richtinggevend nieuws was. Economisten en markten proberen nog steeds zicht te krijgen op de economische schade. Het marktsentiment is daarbij speelbal van de dagelijks verschillende invalshoek van waaruit naar het fenomeen gekeken wordt. Eerder deze week voelden investeerders zich gesteund door monetaire en (mogelijk fiscale) steunmaatregelen van de Chinese overheden. De hoop op een globaal groei-ondersteunend beleid hielp de Amerikaanse beurzen en sommige Europese indices zelfs aan recordkoersen, ondanks alle onzekerheid. Vandaag is het glas weer eerder halfleeg. De markt heeft nu vooral oog voor de verspreiding van het virus en de schade buiten China. Zo suggereren, weliswaar zeer partiële handelsdata uit Zuid-Korea, dat het raderwerk van de productieketting de handel serieus verstoort. De markt wordt heen en weer gestuurd tussen concreet slecht nieuws enerzijds en een soepele, marktvriendelijke, monetaire context van steeds verder dalende rentes.
Ook voor Europa blijft de schade van corona moeilijk in te schatten. De eerste schatting van het PMI-vertrouwen voor februari kon helpen dat te kwantificeren. De recente daling van de Europese rentes en aanhoudende druk op de euro gaven aan dat de investeerders er niet gerust in waren. De Europese economie startte al met een moeilijke erfenis van vorig jaar. Bovendien bleek tijdens het handelsconflict hoe gevoelig de EMU was voor verstoringen in de productieketting. Kortom, de markt was voorbereid/vreesde voor het ergste.
De indicatoren voor Frankrijk en Duitsland toonden andere accenten, maar de hoofdboodschap was dat de Europese bedrijven op het eerste gezicht op koers blijven voor een scenario van voorzichtig herstel en matige groei. De algemene index voor de eurozone steeg zelfs van 51.3 tot 51.6, het beste niveau in 6 maand. De activiteit in de dienstensector groeit tot nader bericht nog steeds voldoende (52.8) om de moeilijke context in verwerkende nijverheid (49.1) en vooral de export, te compenseren. Ook positief, de daling van activiteit in de verwerkende nijverheid vertraagt (49.1 van 47.9). Zoals steeds zijn statistieken echter vatbaar voor interpretatie. Hier wijst enquêteorganisator Markit op het ambigue karkater van de verlengde leveringstermijnen in de verwerkende nijverheid. Normaal wijst dat op een positieve vraagomgeving waarbij leveranciers niet kunnen volgen, maar nu is dit mogelijk het gevolg van uitgestelde verzending omwille van corona. Als dat blijft duren zal dat na verloop van tijd ook opnieuw op de productie wegen. Volgens Markit wijst de EMU PMI op een groei van de orde van grootte van 0.2% op kwartaalbasis. Geen ‘Grand Cru’, maar het tempert toch de catastrofescenario’s die sommigen vreesden.
De markt reageert afwachtend en is duidelijk niet gerustgesteld. Ook dit rapport kan de onzekerheid over corona niet echt verminderen. De rentes, die vanmorgen nog verder daalden in de aanloop naar de PMI’s, stabiliseren, maar wel op een absoluut laag niveau. Ook de euro veerde op na de betere cijfers die eerst voor Duitsland en Frankrijk werden bekend gemaakt, maar de detailanalyse temperde al snel het enthousiasme. Aan 1.0815 bevindt EUR/USD zich nog steeds kort bij het steunniveau van 1.0778. Het had allemaal erger gekund, maar we twijfelen of dit cijfer alleen voldoende zal zijn om de heerschappij die ‘King dollar‘ de voorbije dagen uitbouwde nu al een halt toe te roepen.